Neerlandés

Sinónimos detallados de grofheid en neerlandés

grofheid:

grofheid [de ~ (v)] sustantivo

  1. de grofheid
    ruw van makelij; de grofheid
  2. de grofheid
    de grofheid; schofterigheid
  3. de grofheid
    de onbeschaafdheid; de grofheid; onbeschofte uitlating

Palabras relacionadas con "grofheid":


grof:

grof adj.

  1. grof
  2. grof
    grof; grofgebouwd; lomp; ruw
  3. grof
  4. grof
  5. grof
    – enorm, buitengewoon 1
    grof
    – enorm, buitengewoon 1
    • grof adj.
      • een grove fout1
  6. grof
    – groot en zwaar 1
    grof
    – groot en zwaar 1
    • grof adj.
      • hij is grof gebouwd1
  7. grof
    – ruw en onbeschaafd 1
    grof
    – ruw en onbeschaafd 1
    • grof adj.
      • dat was een grove opmerking van Jan1

Palabras relacionadas con "grof":


Antónimos de "grof":


Definiciones relacionadas de "grof":

  1. enorm, buitengewoon1
    • een grove fout1
  2. groot en zwaar1
    • hij is grof gebouwd1
  3. ruw en onbeschaafd1
    • dat was een grove opmerking van Jan1