Neerlandés

Sinónimos detallados de hoop en neerlandés

hoop:

hoop [de ~] sustantivo

  1. de hoop
    de verwachting; de hoop; de afwachting
  2. de hoop
    de menigte; de bende; de schare; de massa; de hoop; de horde; de drom
  3. de hoop
    – wens dat er iets gebeurt dat je graag wilt 1
    de hoop
    – wens dat er iets gebeurt dat je graag wilt 1
    • hoop [de ~] sustantivo
      • ik heb goede hoop dat hij weer beter wordt1

hoop [de ~ (m)] sustantivo

  1. de hoop
    de hoop; de berg; de kluit
    • hoop [de ~ (m)] sustantivo
    • berg [de ~ (m)] sustantivo
    • kluit [de ~ (m)] sustantivo
  2. de hoop
    de massa; grote hoeveelheid; de berg; de overvloed; de hoop
  3. de hoop
    de hoop; de stapel; de opeenstapeling; de opstapeling
  4. de hoop
    de berg; de opeenhoping; de bende; de hoop
  5. de hoop
    stuk poep; het uitwerpsel; de keutel; de hoop; de drol
  6. de hoop
    heleboel; de hoop; de boel
    • heleboel [znw.] sustantivo
    • hoop [de ~ (m)] sustantivo
    • boel [de ~ (m)] sustantivo
  7. de hoop
    de accumulatie; de opeenhoping; de stapel; de ophoping; de hoop; de opeenstapeling
  8. de hoop
    de accumulatie; de groep; de bende; de samenscholing; de troep; de hoop
  9. de hoop
    – grote hoeveelheid, groot aantal 1
    de veel; de hoop; de massa; de stoot; de boel
    – grote hoeveelheid, groot aantal 1
    • veel [de ~] sustantivo
      • zij hebben veel kinderen1
    • hoop [de ~ (m)] sustantivo
      • wat een hoop snoepjes heb jij!1
    • massa [de ~] sustantivo
      • ik heb een massa boeken1
    • stoot [de ~ (m)] sustantivo
      • ik heb een stoot boeken gekocht1
    • boel [de ~ (m)] sustantivo
      • er zijn een boel mensen op straat1
  10. de hoop
    – uitwerpselen 1
    de hoop
    – uitwerpselen 1
    • hoop [de ~ (m)] sustantivo
      • er lag een hondehoop op straat1
  11. de hoop
    – slordige verzameling dingen 1
    de hoop
    – slordige verzameling dingen 1
    • hoop [de ~ (m)] sustantivo
      • hij gooide de stenen op een hoop1

Palabras relacionadas con "hoop":


Sinónimos alternativos de "hoop":


Antónimos de "hoop":


Definiciones relacionadas de "hoop":

  1. grote hoeveelheid, groot aantal1
    • wat een hoop snoepjes heb jij!1
  2. uitwerpselen1
    • er lag een hondehoop op straat1
  3. slordige verzameling dingen1
    • hij gooide de stenen op een hoop1
  4. wens dat er iets gebeurt dat je graag wilt1
    • ik heb goede hoop dat hij weer beter wordt1

hopen:

hopen verbo (hoop, hoopt, hoopte, hoopten, gehoopt)

  1. hopen
    hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen
  2. hopen
    hopen; op hopen zetten
  3. hopen
    accumuleren; opeenhopen; hopen
    • accumuleren verbo (accumuleer, accumuleert, accumuleerde, accumuleerden, geaccumuleerd)
    • opeenhopen verbo (hoop opeen, hoopt opeen, hoopte opeen, hoopten opeen, opeengehoopt)
    • hopen verbo (hoop, hoopt, hoopte, hoopten, gehoopt)
  4. hopen
    – graag willen dat het gebeurt 1
    hopen
    – graag willen dat het gebeurt 1
    • hopen verbo (hoop, hoopt, hoopte, hoopten, gehoopt)
      • ik hoop dat je komt1

Conjugaciones de hopen:

o.t.t.
  1. hoop
  2. hoopt
  3. hoopt
  4. hopen
  5. hopen
  6. hopen
o.v.t.
  1. hoopte
  2. hoopte
  3. hoopte
  4. hoopten
  5. hoopten
  6. hoopten
v.t.t.
  1. heb gehoopt
  2. hebt gehoopt
  3. heeft gehoopt
  4. hebben gehoopt
  5. hebben gehoopt
  6. hebben gehoopt
v.v.t.
  1. had gehoopt
  2. had gehoopt
  3. had gehoopt
  4. hadden gehoopt
  5. hadden gehoopt
  6. hadden gehoopt
o.t.t.t.
  1. zal hopen
  2. zult hopen
  3. zal hopen
  4. zullen hopen
  5. zullen hopen
  6. zullen hopen
o.v.t.t.
  1. zou hopen
  2. zou hopen
  3. zou hopen
  4. zouden hopen
  5. zouden hopen
  6. zouden hopen
diversen
  1. hoop!
  2. hoopt!
  3. gehoopt
  4. hopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

hopen [de ~] sustantivo, plural

  1. de hopen
    de stapels; de hopen
    • stapels [de ~] sustantivo, plural
    • hopen [de ~] sustantivo, plural

Palabras relacionadas con "hopen":


Definiciones relacionadas de "hopen":

  1. graag willen dat het gebeurt1
    • ik hoop dat je komt1

Sinónimos relacionados de hoop