Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. maand:


Neerlandés

Sinónimos detallados de maand en neerlandés

maand:

maand [de ~] sustantivo

  1. de maand
    de maand
    • maand [de ~] sustantivo
  2. de maand
    – een twaalfde deel van een jaar, ongeveer dertig dagen 1
    de maand
    – een twaalfde deel van een jaar, ongeveer dertig dagen 1
    • maand [de ~] sustantivo
      • januari is de eerste maand van het jaar1

Definiciones relacionadas de "maand":

  1. een twaalfde deel van een jaar, ongeveer dertig dagen1
    • januari is de eerste maand van het jaar1

Sinónimos relacionados de maand