Interglot - "man": sinónimos en neerlandés

Eliminar anuncios

Resumen

Sinónimos en neerlandés: más información...

man:
- knakker; man; knul; vent; gozer; kerel; gast; manspersoon; echtgenoot; gade; eega; partner; levensgezel; levenspartner; meneer; heer; mijnheer

Neerlandés

Sinónimos detallados de man en neerlandés

man:

man [de ~ (m)] sustantivo

de man
de knakker; de man; de knul; de vent; de gozer; de kerel; de gast
- knakker [de ~ (m)] sustantivo
- man [de ~ (m)] sustantivo
- knul [de ~ (m)] sustantivo
- vent [de ~ (m)] sustantivo
- gozer [de ~ (m)] sustantivo
- kerel [de ~ (m)] sustantivo
- gast [de ~ (m)] sustantivo
de man
de man; de manspersoon; de vent; de kerel
- man [de ~ (m)] sustantivo
- manspersoon [de ~ (m)] sustantivo
- vent [de ~ (m)] sustantivo
- kerel [de ~ (m)] sustantivo
de man
de man; de echtgenoot; de gade; de eega
- man [de ~ (m)] sustantivo
- echtgenoot [de ~ (m)] sustantivo
- gade [de ~] sustantivo
- eega [de ~] sustantivo
de man
de echtgenoot; de partner; de eega; de levensgezel; de levenspartner; de man
- echtgenoot [de ~ (m)] sustantivo
- partner [de ~ (m)] sustantivo
- eega [de ~] sustantivo
- levensgezel [de ~ (m)] sustantivo
- levenspartner [de ~ (m)] sustantivo
- man [de ~ (m)] sustantivo
de man
de man
- man [de ~ (m)] sustantivo
de man

– persoon met wie een vrouw getrouwd is ¹
de man; de echtgenoot
– persoon met wie een vrouw getrouwd is ¹
- man [de ~ (m)] sustantivo
  - Mijn man is niet thuis, zei mevrouw Ilmaz.¹
- echtgenoot [de ~ (m)] sustantivo
  - Jan is de echtgenoot van Regina¹
de man

– mannelijke volwassen persoon ¹
de man; de meneer; de heer; de mijnheer
– mannelijke volwassen persoon ¹
- man [de ~ (m)] sustantivo
  - deze man heeft zich als vrouw verkleed¹
- meneer [de ~ (m)] sustantivo
  - er is een meneer aan de deur¹
- heer [de ~ (m)] sustantivo
  - geachte dames en heren¹
- mijnheer [de ~ (m)] sustantivo
  - dag mijnheer Jansen!¹
de man

– mens of persoon ¹
de man
– mens of persoon ¹
- man [de ~ (m)] sustantivo
  - met hoeveel man zijn we?¹

Definiciones relacionadas de "man":

persoon met wie een vrouw getrouwd is¹
- Mijn man is niet thuis, zei mevrouw Ilmaz.¹
mannelijke volwassen persoon¹
- deze man heeft zich als vrouw verkleed¹
mens of persoon¹
- met hoeveel man zijn we?¹

Sinónimos relacionados de man

¹Muiswerk Woordenboek

Eliminar anuncios

Sinónimos de "man" en neerlandés

Sinónimos detallados de man en neerlandés

man:

man [de ~ (m)] sustantivo

de man

de man

de man

de man

de man

de man

de man

de man

Palabras relacionadas con "man":

Sinónimos alternativos de "man":

Antónimos de "man":

Definiciones relacionadas de "man":

Sinónimos relacionados de man