Resumen


Neerlandés

Sinónimos detallados de misdrijf en neerlandés

misdrijf:

misdrijf [het ~] sustantivo

  1. het misdrijf
    de misdaad; het misdrijf; het vergrijp; de overtreding; de wandaad; de schanddaad; de delict; de wetsovertreding
  2. het misdrijf
    – ernstige slechte daad die strafbaar is 1
    het misdrijf
    – ernstige slechte daad die strafbaar is 1
    • misdrijf [het ~] sustantivo
      • iemand vermoorden is een misdrijf1

Palabras relacionadas con "misdrijf":


Definiciones relacionadas de "misdrijf":

  1. ernstige slechte daad die strafbaar is1
    • iemand vermoorden is een misdrijf1

misdrijf forma de misdrijven:

misdrijven verbo (misdrijf, misdrijft, misdreef, misdreven, misdreven)

  1. misdrijven
    misdrijven; kwaad doen
    • misdrijven verbo (misdrijf, misdrijft, misdreef, misdreven, misdreven)
    • kwaad doen verbo (doe kwaad, doet kwaad, deed kwaad, deden kwaad, kwaad gedaan)

Conjugaciones de misdrijven:

o.t.t.
  1. misdrijf
  2. misdrijft
  3. misdrijft
  4. misdrijven
  5. misdrijven
  6. misdrijven
o.v.t.
  1. misdreef
  2. misdreef
  3. misdreef
  4. misdreven
  5. misdreven
  6. misdreven
v.t.t.
  1. heb misdreven
  2. hebt misdreven
  3. heeft misdreven
  4. hebben misdreven
  5. hebben misdreven
  6. hebben misdreven
v.v.t.
  1. had misdreven
  2. had misdreven
  3. had misdreven
  4. hadden misdreven
  5. hadden misdreven
  6. hadden misdreven
o.t.t.t.
  1. zal misdrijven
  2. zult misdrijven
  3. zal misdrijven
  4. zullen misdrijven
  5. zullen misdrijven
  6. zullen misdrijven
o.v.t.t.
  1. zou misdrijven
  2. zou misdrijven
  3. zou misdrijven
  4. zouden misdrijven
  5. zouden misdrijven
  6. zouden misdrijven
diversen
  1. misdrijf!
  2. misdrijft!
  3. misdreven
  4. misdrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "misdrijven":