Resumen


Neerlandés

Sinónimos detallados de onderzoeken en neerlandés

onderzoeken:

onderzoeken verbo (onderzoek, onderzoekt, onderzocht, onderzochten, onderzocht)

  1. onderzoeken
    onderzoeken; naspeuren; nasporen
    • onderzoeken verbo (onderzoek, onderzoekt, onderzocht, onderzochten, onderzocht)
    • naspeuren verbo (speur na, speurt na, speurde na, speurden na, nagespeurd)
    • nasporen verbo (spoor na, spoort na, spoorde na, spoorden na, nagespoord)
  2. onderzoeken
    onderzoeken; testen; beproeven; keuren
    • onderzoeken verbo (onderzoek, onderzoekt, onderzocht, onderzochten, onderzocht)
    • testen verbo (test, testte, testten, getest)
    • beproeven verbo (beproef, beproeft, beproefde, beproefden, beproefd)
    • keuren verbo (keur, keurt, keurde, keurden, gekeurd)
  3. onderzoeken
    onderzoeken; vorsen; speuren
    • onderzoeken verbo (onderzoek, onderzoekt, onderzocht, onderzochten, onderzocht)
    • vorsen verbo (vors, vorst, vorste, vorsten, gevorst)
    • speuren verbo (speur, speurt, speurde, speurden, gespeurd)
  4. onderzoeken
    verkennen; onderzoeken; aftasten
    • verkennen verbo (verken, verkent, verkende, verkenden, verkend)
    • onderzoeken verbo (onderzoek, onderzoekt, onderzocht, onderzochten, onderzocht)
    • aftasten verbo (tast af, tastte af, tastten af, afgetast)
  5. onderzoeken
    – precies kijken wat er aan de hand is 1
    onderzoeken
    – precies kijken wat er aan de hand is 1
    • onderzoeken verbo (onderzoek, onderzoekt, onderzocht, onderzochten, onderzocht)
      • de politie onderzocht de diefstal1

Conjugaciones de onderzoeken:

o.t.t.
  1. onderzoek
  2. onderzoekt
  3. onderzoekt
  4. onderzoeken
  5. onderzoeken
  6. onderzoeken
o.v.t.
  1. onderzocht
  2. onderzocht
  3. onderzocht
  4. onderzochten
  5. onderzochten
  6. onderzochten
v.t.t.
  1. heb onderzocht
  2. hebt onderzocht
  3. heeft onderzocht
  4. hebben onderzocht
  5. hebben onderzocht
  6. hebben onderzocht
v.v.t.
  1. had onderzocht
  2. had onderzocht
  3. had onderzocht
  4. hadden onderzocht
  5. hadden onderzocht
  6. hadden onderzocht
o.t.t.t.
  1. zal onderzoeken
  2. zult onderzoeken
  3. zal onderzoeken
  4. zullen onderzoeken
  5. zullen onderzoeken
  6. zullen onderzoeken
o.v.t.t.
  1. zou onderzoeken
  2. zou onderzoeken
  3. zou onderzoeken
  4. zouden onderzoeken
  5. zouden onderzoeken
  6. zouden onderzoeken
en verder
  1. ben onderzocht
  2. bent onderzocht
  3. is onderzocht
  4. zijn onderzocht
  5. zijn onderzocht
  6. zijn onderzocht
diversen
  1. onderzoek!
  2. onderzoekt!
  3. onderzocht
  4. onderzoekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "onderzoeken":


Definiciones relacionadas de "onderzoeken":

  1. precies kijken wat er aan de hand is1
    • de politie onderzocht de diefstal1

onderzoek:

onderzoek [het ~] sustantivo

  1. het onderzoek
    het onderzoek; de inspectie; de navorsing
  2. het onderzoek
    het onderzoek
  3. het onderzoek
    – het precies kijken wat er aan de hand is 1
    het onderzoek
    – het precies kijken wat er aan de hand is 1
    • onderzoek [het ~] sustantivo
      • dit is een onderzoek naar drugsgebruik op scholen1

Palabras relacionadas con "onderzoek":


Definiciones relacionadas de "onderzoek":

  1. het precies kijken wat er aan de hand is1
    • dit is een onderzoek naar drugsgebruik op scholen1

Sinónimos relacionados de onderzoeken