Neerlandés

Sinónimos detallados de ondeugend en neerlandés

ondeugend:

ondeugend adj.

  1. ondeugend
  2. ondeugend
    – wie doet wat niet mag 1
    ondeugend; stout
    – wie doet wat niet mag 1
    • ondeugend adj.
      • Bas was erg ondeugend: hij pakte een snoepje uit de trommel1
    • stout adj.
      • als je stout bent geweest, krijg je niets van Sinterklaas1

Palabras relacionadas con "ondeugend":

  • ondeugendheid, ondeugender, ondeugendere, ondeugendst, ondeugendste

Sinónimos alternativos de "ondeugend":


Antónimos de "ondeugend":


Definiciones relacionadas de "ondeugend":

  1. wie doet wat niet mag1
    • Bas was erg ondeugend: hij pakte een snoepje uit de trommel1