Neerlandés

Sinónimos detallados de oprecht en neerlandés

oprecht:

oprecht adj.

  1. oprecht
  2. oprecht
  3. oprecht
  4. oprecht
  5. oprecht
  6. oprecht
    – wie de waarheid spreekt en niet bedriegt 1
    eerlijk; oprecht
    – wie de waarheid spreekt en niet bedriegt 1
    • eerlijk adj.
      • je moet eerlijk tegen me zijn1
    • oprecht adj.
      • hij was oprecht toen hij zei dat hij het niet gedaan had1

Palabras relacionadas con "oprecht":

  • oprechtheid, oprechter, oprechtere, oprechtst, oprechtste, oprechte

Sinónimos alternativos de "oprecht":


Antónimos de "oprecht":


Definiciones relacionadas de "oprecht":

  1. wie de waarheid spreekt en niet bedriegt1
    • hij was oprecht toen hij zei dat hij het niet gedaan had1