Neerlandés

Sinónimos detallados de opzoeken en neerlandés

opzoeken:

opzoeken verbo (zoek op, zoekt op, zocht op, zochten op, opgezocht)

  1. opzoeken
    opzoeken; naslaan
    • opzoeken verbo (zoek op, zoekt op, zocht op, zochten op, opgezocht)
    • naslaan verbo (sla na, slaat na, sloeg na, sloegen na, nageslagen)
  2. opzoeken
    bezoeken; langskomen; voorbijkomen; op bezoek komen; opzoeken; inlopen; aankomen
    • bezoeken verbo (bezoek, bezoekt, bezocht, bezochten, bezocht)
    • langskomen verbo (kom langs, komt langs, kwam langs, kwamen langs, langsgekomen)
    • voorbijkomen verbo (kom voorbij, komt voorbij, kwam voorbij, kwamen voorbij, voorbij gekomen)
    • opzoeken verbo (zoek op, zoekt op, zocht op, zochten op, opgezocht)
    • inlopen verbo (loop in, loopt in, liep in, liepen in, ingelopen)
    • aankomen verbo (kom aan, komt aan, kwam aan, kwamen aan, aangekomen)
  3. opzoeken
    – bij hem op visite gaan 1
    bezoeken; opzoeken
    – bij hem op visite gaan 1
    • bezoeken verbo (bezoek, bezoekt, bezocht, bezochten, bezocht)
      • we hebben gisteren onze familie bezocht1
    • opzoeken verbo (zoek op, zoekt op, zocht op, zochten op, opgezocht)
      • wanneer kom je me eens opzoeken?1
  4. opzoeken
    – proberen het te vinden 1
    opzoeken
    – proberen het te vinden 1
    • opzoeken verbo (zoek op, zoekt op, zocht op, zochten op, opgezocht)
      • zoek dat woord op in een woordenboek1

Conjugaciones de opzoeken:

o.t.t.
  1. zoek op
  2. zoekt op
  3. zoekt op
  4. zoeken op
  5. zoeken op
  6. zoeken op
o.v.t.
  1. zocht op
  2. zocht op
  3. zocht op
  4. zochten op
  5. zochten op
  6. zochten op
v.t.t.
  1. heb opgezocht
  2. hebt opgezocht
  3. heeft opgezocht
  4. hebben opgezocht
  5. hebben opgezocht
  6. hebben opgezocht
v.v.t.
  1. had opgezocht
  2. had opgezocht
  3. had opgezocht
  4. hadden opgezocht
  5. hadden opgezocht
  6. hadden opgezocht
o.t.t.t.
  1. zal opzoeken
  2. zult opzoeken
  3. zal opzoeken
  4. zullen opzoeken
  5. zullen opzoeken
  6. zullen opzoeken
o.v.t.t.
  1. zou opzoeken
  2. zou opzoeken
  3. zou opzoeken
  4. zouden opzoeken
  5. zouden opzoeken
  6. zouden opzoeken
en verder
  1. ben opgezocht
  2. bent opgezocht
  3. is opgezocht
  4. zijn opgezocht
  5. zijn opgezocht
  6. zijn opgezocht
diversen
  1. zoek op!
  2. zoekt op!
  3. opgezocht
  4. opzoekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

opzoeken

  1. opzoeken
    opzoeken; de naslag

Sinónimos alternativos de "opzoeken":


Definiciones relacionadas de "opzoeken":

  1. bij hem op visite gaan1
    • wanneer kom je me eens opzoeken?1
  2. proberen het te vinden1
    • zoek dat woord op in een woordenboek1

Sinónimos relacionados de opzoeken