Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir schat

Sinónimos de "schat" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. schat:
  2. schatten:

Neerlandés

Sinónimos detallados de schat en neerlandés

schat:

schat [de ~ (m)] sustantivo

  1. de schat
    het schatje; het poepje; liefste; het liefje; de schat; lieve; de schattebout; het scheetje; het duifje; de beminde; de snoes
  2. de schat
    het liefje; liefste; de schat; de vriendin; de snoes; de geliefde; de beminde
  3. de schat
    de schat
    • schat [de ~ (m)] sustantivo

Palabras relacionadas con "schat":


schatten:

schatten verbo (schat, schatte, schatten, geschat)

  1. schatten
    bepalen; inschatten; schatten; afwegen
    • bepalen verbo (bepaal, bepaalt, bepaalde, bepaalden, bepaalt)
    • inschatten verbo (schat in, schatte in, schatten in, ingeschat)
    • schatten verbo (schat, schatte, schatten, geschat)
    • afwegen verbo (weeg af, weegt af, woog af, wogen af, afgewogen)
  2. schatten
    schatten; berekenen; ramen
    • schatten verbo (schat, schatte, schatten, geschat)
    • berekenen verbo (bereken, berekent, berekende, berekenden, berekend)
    • ramen verbo (raam, raamt, raamde, raamden, geraamd)
  3. schatten
    schatten; ramen; begroten
    • schatten verbo (schat, schatte, schatten, geschat)
    • ramen verbo (raam, raamt, raamde, raamden, geraamd)
    • begroten verbo (begroot, begrootte, begrootten, begroot)
  4. schatten
    schatten; beramen; ramen; taxeren
    • schatten verbo (schat, schatte, schatten, geschat)
    • beramen verbo (beraam, beraamt, beraamde, beraamden, beraamd)
    • ramen verbo (raam, raamt, raamde, raamden, geraamd)
    • taxeren verbo (taxeer, taxeert, taxeerde, taxeerden, getaxeerd)

Conjugaciones de schatten:

o.t.t.
  1. schat
  2. schat
  3. schat
  4. schatten
  5. schatten
  6. schatten
o.v.t.
  1. schatte
  2. schatte
  3. schatte
  4. schatten
  5. schatten
  6. schatten
v.t.t.
  1. heb geschat
  2. hebt geschat
  3. heeft geschat
  4. hebben geschat
  5. hebben geschat
  6. hebben geschat
v.v.t.
  1. had geschat
  2. had geschat
  3. had geschat
  4. hadden geschat
  5. hadden geschat
  6. hadden geschat
o.t.t.t.
  1. zal schatten
  2. zult schatten
  3. zal schatten
  4. zullen schatten
  5. zullen schatten
  6. zullen schatten
o.v.t.t.
  1. zou schatten
  2. zou schatten
  3. zou schatten
  4. zouden schatten
  5. zouden schatten
  6. zouden schatten
en verder
  1. ben geschat
  2. bent geschat
  3. is geschat
  4. zijn geschat
  5. zijn geschat
  6. zijn geschat
diversen
  1. schat!
  2. schatt!
  5. geschat
  6. schattende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

schatten [de ~] sustantivo, plural

  1. de schatten
    schatjes; de schatten; de liefjes; de schattebouten

Palabras relacionadas con "schatten":








Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0192 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos