Interglot - "slap": sinónimos en neerlandés

Resumen

Sinónimos en neerlandés: más información...

slap:
- slap; lusteloos; futloos; lamlendig; mat; waterig; waterachtig; zonder karakter; karakterloos; slapjes; energieloos; landerig; zwak; ziekelijk; wee; bleekjes; pips

Neerlandés

Sinónimos detallados de slap en neerlandés

slap
slap; lusteloos; futloos; lamlendig; mat
- slap adj.
- lusteloos adj.
- futloos adj.
- lamlendig adj.
- mat adj.
slap
slap; waterig; waterachtig
- slap adj.
- waterig adj.
- waterachtig adj.
slap
slap; zonder karakter; karakterloos
- slap adj.
- zonder karakter adj.
- karakterloos adj.
slap
slapjes; slap
- slapjes adv.
- slap adj.
slap
slap; lusteloos; energieloos; futloos; lamlendig; landerig
- slap adj.
- lusteloos adj.
- energieloos adj.
- futloos adj.
- lamlendig adj.
- landerig adj.
slap
zwak; ziekelijk; wee; slap; bleekjes; pips; slapjes
- zwak adj.
- ziekelijk adj.
- wee adj.
- slap adj.
- bleekjes adv.
- pips adj.
- slapjes adv.
slap
zwak; slap
- zwak adj.
- slap adj.
slap

– niet gespannen ¹
slap
– niet gespannen ¹
- slap adj.
  - het touw hangt slap¹
slap

– wat weinig kan verdragen ¹
slap
– wat weinig kan verdragen ¹
- slap adj.
  - het ijs is nog erg slap¹
slap

– zonder doorzettingsvermogen ¹
slap
– zonder doorzettingsvermogen ¹
- slap adj.
  - het is slap dat hij die opleiding niet afmaakt¹
slap

– zonder veel kracht ¹
zwak; slap
– zonder veel kracht ¹
- zwak adj.
  - ze kan dat niet tillen, ze is nog erg zwak¹
- slap adj.
  - zijn arm hangt slap naar beneden¹