Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. snik:
  2. snikken:


Neerlandés

Sinónimos detallados de snik en neerlandés

snik:

snik [de ~ (m)] sustantivo

  1. de snik
    jank; de snik
    • jank [znw.] sustantivo
    • snik [de ~ (m)] sustantivo
  2. de snik
    – een keer stotend ademhalen als je huilt 1
    de snik
    – een keer stotend ademhalen als je huilt 1
    • snik [de ~ (m)] sustantivo
      • ik hoorde een snik en zag dat ze huilde1

Palabras relacionadas con "snik":


Definiciones relacionadas de "snik":

  1. een keer stotend ademhalen als je huilt1
    • ik hoorde een snik en zag dat ze huilde1

snik forma de snikken:

snikken verbo (snik, snikt, snikte, snikten, gesnikt)

  1. snikken
    huilen; snotteren; snikken; grienen; janken
    • huilen verbo (huil, huilt, huilde, huilden, gehuild)
    • snotteren verbo (snotter, snottert, snotterde, snotterden, gesnotterd)
    • snikken verbo (snik, snikt, snikte, snikten, gesnikt)
    • grienen verbo (grien, grient, griende, grienden, gegriend)
    • janken verbo (jank, jankt, jankte, jankten, gejankt)
  2. snikken
    janken; snikken
    • janken verbo (jank, jankt, jankte, jankten, gejankt)
    • snikken verbo (snik, snikt, snikte, snikten, gesnikt)

Conjugaciones de snikken:

o.t.t.
  1. snik
  2. snikt
  3. snikt
  4. snikken
  5. snikken
  6. snikken
o.v.t.
  1. snikte
  2. snikte
  3. snikte
  4. snikten
  5. snikten
  6. snikten
v.t.t.
  1. heb gesnikt
  2. hebt gesnikt
  3. heeft gesnikt
  4. hebben gesnikt
  5. hebben gesnikt
  6. hebben gesnikt
v.v.t.
  1. had gesnikt
  2. had gesnikt
  3. had gesnikt
  4. hadden gesnikt
  5. hadden gesnikt
  6. hadden gesnikt
o.t.t.t.
  1. zal snikken
  2. zult snikken
  3. zal snikken
  4. zullen snikken
  5. zullen snikken
  6. zullen snikken
o.v.t.t.
  1. zou snikken
  2. zou snikken
  3. zou snikken
  4. zouden snikken
  5. zouden snikken
  6. zouden snikken
en verder
  1. ben gesnikt
  2. bent gesnikt
  3. is gesnikt
  4. zijn gesnikt
  5. zijn gesnikt
  6. zijn gesnikt
diversen
  1. snik!
  2. snikt!
  3. gesnikt
  4. snikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "snikken":


Sinónimos relacionados de snik