Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir spin

Sinónimos de "spin" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. spin:
  2. spinnen:

Neerlandés

Sinónimos detallados de spin en neerlandés

spin:

spin [de ~] sustantivo

  1. de spin
    de spin; soort snelbinder

Palabras relacionadas con "spin":


spinnen:

spinnen verbo (spin, spint, spinde, spinden, gespint)

  1. spinnen
    spinnen
    • spinnen verbo (spin, spint, spinde, spinden, gespint)

Conjugaciones de spinnen:

o.t.t.
  1. spin
  2. spint
  3. spint
  4. spinnen
  5. spinnen
  6. spinnen
o.v.t.
  1. spinde
  2. spinde
  3. spinde
  4. spinden
  5. spinden
  6. spinden
v.t.t.
  1. heb gespint
  2. hebt gespint
  3. heeft gespint
  4. hebben gespint
  5. hebben gespint
  6. hebben gespint
v.v.t.
  1. had gespint
  2. had gespint
  3. had gespint
  4. hadden gespint
  5. hadden gespint
  6. hadden gespint
o.t.t.t.
  1. zal spinnen
  2. zult spinnen
  3. zal spinnen
  4. zullen spinnen
  5. zullen spinnen
  6. zullen spinnen
o.v.t.t.
  1. zou spinnen
  2. zou spinnen
  3. zou spinnen
  4. zouden spinnen
  5. zouden spinnen
  6. zouden spinnen
en verder
  1. ben gespint
  2. bent gespint
  3. is gespint
  4. zijn gespint
  5. zijn gespint
  6. zijn gespint
diversen
  1. spin!
  2. spint!
  5. gespint
  6. spinnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "spinnen":


Sinónimos relacionados de spin







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0158 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos