Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. stillen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de stillen en neerlandés

stillen:

stillen verbo (stil, stilt, stilde, stilden, gestild)

  1. stillen
    stillen; lessen
    • stillen verbo (stil, stilt, stilde, stilden, gestild)
    • lessen verbo (les, lest, leste, lesten, gelest)
  2. stillen
    stillen; stelpen
    • stillen verbo (stil, stilt, stilde, stilden, gestild)
    • stelpen verbo (stelp, stelpt, stelpte, stelpten, gestelpt)

Conjugaciones de stillen:

o.t.t.
  1. stil
  2. stilt
  3. stilt
  4. stillen
  5. stillen
  6. stillen
o.v.t.
  1. stilde
  2. stilde
  3. stilde
  4. stilden
  5. stilden
  6. stilden
v.t.t.
  1. heb gestild
  2. hebt gestild
  3. heeft gestild
  4. hebben gestild
  5. hebben gestild
  6. hebben gestild
v.v.t.
  1. had gestild
  2. had gestild
  3. had gestild
  4. hadden gestild
  5. hadden gestild
  6. hadden gestild
o.t.t.t.
  1. zal stillen
  2. zult stillen
  3. zal stillen
  4. zullen stillen
  5. zullen stillen
  6. zullen stillen
o.v.t.t.
  1. zou stillen
  2. zou stillen
  3. zou stillen
  4. zouden stillen
  5. zouden stillen
  6. zouden stillen
en verder
  1. ben gestild
  2. bent gestild
  3. is gestild
  4. zijn gestild
  5. zijn gestild
  6. zijn gestild
diversen
  1. stil!
  2. stilt!
  3. gestild
  4. stillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos relacionados de stillen