Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. tel:
  2. tellen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de tel en neerlandés

tel:

tel [de ~ (m)] sustantivo

  1. de tel
    het tellen; de tel
    • tellen [het ~] sustantivo
    • tel [de ~ (m)] sustantivo
  2. de tel
    het moment; het ogenblik; de seconde; het minuutje; de oogwenk; de tel

Palabras relacionadas con "tel":


tellen:

tellen [het ~] sustantivo

  1. het tellen
    het tellen; de tel
    • tellen [het ~] sustantivo
    • tel [de ~ (m)] sustantivo

tellen verbo (tel, telt, telde, telden, geteld)

  1. tellen
    tellen
    • tellen verbo (tel, telt, telde, telden, geteld)
  2. tellen
    – bepalen hoeveel het er zijn 1
    tellen
    – bepalen hoeveel het er zijn 1
    • tellen verbo (tel, telt, telde, telden, geteld)
      • het aantal leerlingen is geteld1
  3. tellen
    – een bepaalde waarde hebben 1
    tellen
    – een bepaalde waarde hebben 1
    • tellen verbo (tel, telt, telde, telden, geteld)
      • dat doelpunt telt niet1
  4. tellen
    – opeenvolgende getallen opsommen 1
    tellen
    – opeenvolgende getallen opsommen 1
    • tellen verbo (tel, telt, telde, telden, geteld)
      • ze telde tot honderd1

Conjugaciones de tellen:

o.t.t.
  1. tel
  2. telt
  3. telt
  4. tellen
  5. tellen
  6. tellen
o.v.t.
  1. telde
  2. telde
  3. telde
  4. telden
  5. telden
  6. telden
v.t.t.
  1. heb geteld
  2. hebt geteld
  3. heeft geteld
  4. hebben geteld
  5. hebben geteld
  6. hebben geteld
v.v.t.
  1. had geteld
  2. had geteld
  3. had geteld
  4. hadden geteld
  5. hadden geteld
  6. hadden geteld
o.t.t.t.
  1. zal tellen
  2. zult tellen
  3. zal tellen
  4. zullen tellen
  5. zullen tellen
  6. zullen tellen
o.v.t.t.
  1. zou tellen
  2. zou tellen
  3. zou tellen
  4. zouden tellen
  5. zouden tellen
  6. zouden tellen
en verder
  1. ben geteld
  2. bent geteld
  3. is geteld
  4. zijn geteld
  5. zijn geteld
  6. zijn geteld
diversen
  1. tel!
  2. telt!
  3. geteld
  4. tellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "tellen":


Definiciones relacionadas de "tellen":

  1. bepalen hoeveel het er zijn1
    • het aantal leerlingen is geteld1
  2. een bepaalde waarde hebben1
    • dat doelpunt telt niet1
  3. opeenvolgende getallen opsommen1
    • ze telde tot honderd1

Sinónimos relacionados de tel