Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. ton:


Neerlandés

Sinónimos detallados de ton en neerlandés

ton:

ton [de ~] sustantivo

  1. de ton
    de vat; de barrel; de ton; het fust; de bak; de emmer; de pot; de teil; de kuip
    • vat [de ~ (m)] sustantivo
    • barrel [de ~ (m)] sustantivo
    • ton [de ~] sustantivo
    • fust [het ~] sustantivo
    • bak [de ~ (m)] sustantivo
    • emmer [de ~ (m)] sustantivo
    • pot [de ~ (m)] sustantivo
    • teil [de ~] sustantivo
    • kuip [de ~] sustantivo
  2. de ton
    – duizend kilo 1
    de ton
    – duizend kilo 1
    • ton [de ~] sustantivo
      • de auto weegt meer dan een ton1
  3. de ton
    – honderdduizend gulden 1
    de ton
    – honderdduizend gulden 1
    • ton [de ~] sustantivo
      • dat huis kost meer dan een ton1
  4. de ton
    – vat dat in het midden wijder is dan aan de onder- en bovenkant 1
    de ton
    – vat dat in het midden wijder is dan aan de onder- en bovenkant 1
    • ton [de ~] sustantivo
      • het water van het dak loopt in de regenton1

Palabras relacionadas con "ton":


Definiciones relacionadas de "ton":

  1. duizend kilo1
    • de auto weegt meer dan een ton1
  2. honderdduizend gulden1
    • dat huis kost meer dan een ton1
  3. vat dat in het midden wijder is dan aan de onder- en bovenkant1
    • het water van het dak loopt in de regenton1