Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir uitrekken

Sinónimos de "uitrekken" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. uitrekken:

Neerlandés

Sinónimos detallados de uitrekken en neerlandés

uitrekken:

uitrekken verbo (rek uit, rekt uit, rekte uit, rekten uit, uitgerekt)

  1. uitrekken
    uitrekken; verlengen
    • uitrekken verbo (rek uit, rekt uit, rekte uit, rekten uit, uitgerekt)
    • verlengen verbo (verleng, verlengt, verlengde, verlengden, verlengd)

Conjugaciones de uitrekken:

o.t.t.
  1. rek uit
  2. rekt uit
  3. rekt uit
  4. rekken uit
  5. rekken uit
  6. rekken uit
o.v.t.
  1. rekte uit
  2. rekte uit
  3. rekte uit
  4. rekten uit
  5. rekten uit
  6. rekten uit
v.t.t.
  1. heb uitgerekt
  2. hebt uitgerekt
  3. heeft uitgerekt
  4. hebben uitgerekt
  5. hebben uitgerekt
  6. hebben uitgerekt
v.v.t.
  1. had uitgerekt
  2. had uitgerekt
  3. had uitgerekt
  4. hadden uitgerekt
  5. hadden uitgerekt
  6. hadden uitgerekt
o.t.t.t.
  1. zal uitrekken
  2. zult uitrekken
  3. zal uitrekken
  4. zullen uitrekken
  5. zullen uitrekken
  6. zullen uitrekken
o.v.t.t.
  1. zou uitrekken
  2. zou uitrekken
  3. zou uitrekken
  4. zouden uitrekken
  5. zouden uitrekken
  6. zouden uitrekken
en verder
  1. ben uitgerekt
  2. bent uitgerekt
  3. is uitgerekt
  4. zijn uitgerekt
  5. zijn uitgerekt
  6. zijn uitgerekt
diversen
  1. rek uit !
  2. rekt uit !
  5. uitgerekt
  6. uitrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

uitrekken [znw.] sustantivo

  1. uitrekken
    uitrekken

Sinónimos relacionados de uitrekken







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0134 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos