Interglot - "vastberadenheid": sinónimos en neerlandés

Resumen

Sinónimos en neerlandés: más información...

vastberadenheid:
- vastberadenheid; standvastigheid; beslistheid; pertinentie; stelligheid; zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid; zekerheid
vastberaden:
- beslist; vastberaden; gedecideerd; besluitvaardig; kordaat; resoluut

Neerlandés

Sinónimos detallados de vastberadenheid en neerlandés

de vastberadenheid
de vastberadenheid; de standvastigheid; de beslistheid
- vastberadenheid [de ~ (v)] sustantivo
- standvastigheid [de ~ (v)] sustantivo
- beslistheid [de ~ (v)] sustantivo
de vastberadenheid
de vastberadenheid; de pertinentie; de stelligheid; de beslistheid
- vastberadenheid [de ~ (v)] sustantivo
- pertinentie [de ~ (v)] sustantivo
- stelligheid [de ~ (v)] sustantivo
- beslistheid [de ~ (v)] sustantivo
de vastberadenheid
de vastberadenheid
- vastberadenheid [de ~ (v)] sustantivo
de vastberadenheid
het zelfvertrouwen; de zelfverzekerdheid; de vastberadenheid; de zekerheid; de stelligheid
- zelfvertrouwen [het ~] sustantivo
- zelfverzekerdheid [de ~ (v)] sustantivo
- vastberadenheid [de ~ (v)] sustantivo
- zekerheid [de ~ (v)] sustantivo
- stelligheid [de ~ (v)] sustantivo