Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. verboemelen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de verboemelen en neerlandés

verboemelen:

verboemelen verbo (verboemel, verboemelt, verboemelde, verboemelden, verboemeld)

  1. verboemelen
    verspillen; verkwanselen; verbrassen; verkwisten; verkopen; verboemelen
    • verspillen verbo (verspil, verspilt, verspilde, verspilden, verspild)
    • verkwanselen verbo (verkwansel, verkwanselt, verkwanselde, verkwanselden, verkwanseld)
    • verbrassen verbo (verbras, verbrast, verbraste, verbrasten, verbrast)
    • verkwisten verbo (verkwist, verkwistte, verkwistten, verkwist)
    • verkopen verbo (verkoop, verkoopt, verkocht, verkochten, verkocht)
    • verboemelen verbo (verboemel, verboemelt, verboemelde, verboemelden, verboemeld)

Conjugaciones de verboemelen:

o.t.t.
  1. verboemel
  2. verboemelt
  3. verboemelt
  4. verboemelen
  5. verboemelen
  6. verboemelen
o.v.t.
  1. verboemelde
  2. verboemelde
  3. verboemelde
  4. verboemelden
  5. verboemelden
  6. verboemelden
v.t.t.
  1. heb verboemeld
  2. hebt verboemeld
  3. heeft verboemeld
  4. hebben verboemeld
  5. hebben verboemeld
  6. hebben verboemeld
v.v.t.
  1. had verboemeld
  2. had verboemeld
  3. had verboemeld
  4. hadden verboemeld
  5. hadden verboemeld
  6. hadden verboemeld
o.t.t.t.
  1. zal verboemelen
  2. zult verboemelen
  3. zal verboemelen
  4. zullen verboemelen
  5. zullen verboemelen
  6. zullen verboemelen
o.v.t.t.
  1. zou verboemelen
  2. zou verboemelen
  3. zou verboemelen
  4. zouden verboemelen
  5. zouden verboemelen
  6. zouden verboemelen
diversen
  1. verboemel!
  2. verboemelt!
  3. verboemeld
  4. verboemelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze