Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. verhogen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de verhogen en neerlandés

verhogen:

verhogen verbo (verhoog, verhoogt, verhoogde, verhoogden, verhoogd)

  1. verhogen
    verhogen; hoger maken
  2. verhogen
    verhogen; ophogen
    • verhogen verbo (verhoog, verhoogt, verhoogde, verhoogden, verhoogd)
    • ophogen verbo (hoog op, hoogt op, hoogde op, hoogden op, opgehoogd)
  3. verhogen
    – hoger maken 1
    verhogen
    – hoger maken 1
    • verhogen verbo (verhoog, verhoogt, verhoogde, verhoogden, verhoogd)
      • de benzinepompen hebben hun prijzen verhoogd1

Conjugaciones de verhogen:

o.t.t.
  1. verhoog
  2. verhoogt
  3. verhoogt
  4. verhogen
  5. verhogen
  6. verhogen
o.v.t.
  1. verhoogde
  2. verhoogde
  3. verhoogde
  4. verhoogden
  5. verhoogden
  6. verhoogden
v.t.t.
  1. heb verhoogd
  2. hebt verhoogd
  3. heeft verhoogd
  4. hebben verhoogd
  5. hebben verhoogd
  6. hebben verhoogd
v.v.t.
  1. had verhoogd
  2. had verhoogd
  3. had verhoogd
  4. hadden verhoogd
  5. hadden verhoogd
  6. hadden verhoogd
o.t.t.t.
  1. zal verhogen
  2. zult verhogen
  3. zal verhogen
  4. zullen verhogen
  5. zullen verhogen
  6. zullen verhogen
o.v.t.t.
  1. zou verhogen
  2. zou verhogen
  3. zou verhogen
  4. zouden verhogen
  5. zouden verhogen
  6. zouden verhogen
diversen
  1. verhoog!
  2. verhoogt!
  3. verhoogd
  4. verhogend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verhogen [het ~] sustantivo

  1. het verhogen
    het verhogen; ophopen; opaarden

Definiciones relacionadas de "verhogen":

  1. hoger maken1
    • de benzinepompen hebben hun prijzen verhoogd1

Sinónimos relacionados de verhogen