Neerlandés

Sinónimos detallados de voorbij en neerlandés

voorbij:

voorbij adj.

  1. voorbij
  2. voorbij
  3. voorbij
  4. voorbij

voorbij adv.

  1. voorbij
    – verstreken, achter de rug 1
    om; voorbij
    – verstreken, achter de rug 1
    • om
      • het duurde lang voor het kwartier om was1
    • voorbij adv.
      • in de voorbije jaren is veel gebeurd1
  2. voorbij
    – verder dan 1
    voorbij
    – verder dan 1
    • voorbij adv.
      • voorbij de kerk moet u linksaf slaan1
  3. voorbij
    – verder, langs 1
    voorbij
    – verder, langs 1
    • voorbij adv.
      • de bus komt voorbij de school1

Palabras relacionadas con "voorbij":

  • voorbije

Sinónimos alternativos de "voorbij":


Definiciones relacionadas de "voorbij":

  1. verstreken, achter de rug1
    • in de voorbije jaren is veel gebeurd1
  2. verder dan1
    • voorbij de kerk moet u linksaf slaan1
  3. verder, langs1
    • de bus komt voorbij de school1

Sinónimos relacionados de voorbij