Resumen


Neerlandés

Sinónimos detallados de weerhouden en neerlandés

weerhouden:

weerhouden verbo (weerhoud, weerhoudt, weerhield, weerhielden, weerhouden)

  1. weerhouden
    weerhouden; beletten; ervanaf houden; afhouden
    • weerhouden verbo (weerhoud, weerhoudt, weerhield, weerhielden, weerhouden)
    • beletten verbo (belet, belette, beletten, belet)
    • afhouden verbo (houd af, houdt af, hield af, hielden af, afgehouden)

Conjugaciones de weerhouden:

o.t.t.
  1. weerhoud
  2. weerhoudt
  3. weerhoudt
  4. weerhouden
  5. weerhouden
  6. weerhouden
o.v.t.
  1. weerhield
  2. weerhield
  3. weerhield
  4. weerhielden
  5. weerhielden
  6. weerhielden
v.t.t.
  1. heb weerhouden
  2. hebt weerhouden
  3. heeft weerhouden
  4. hebben weerhouden
  5. hebben weerhouden
  6. hebben weerhouden
v.v.t.
  1. had weerhouden
  2. had weerhouden
  3. had weerhouden
  4. hadden weerhouden
  5. hadden weerhouden
  6. hadden weerhouden
o.t.t.t.
  1. zal weerhouden
  2. zult weerhouden
  3. zal weerhouden
  4. zullen weerhouden
  5. zullen weerhouden
  6. zullen weerhouden
o.v.t.t.
  1. zou weerhouden
  2. zou weerhouden
  3. zou weerhouden
  4. zouden weerhouden
  5. zouden weerhouden
  6. zouden weerhouden
diversen
  1. weerhoud!
  2. weerhoudt!
  3. weerhouden
  4. weerhoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

weerhouden [znw.] sustantivo

  1. weerhouden
    beletten; weerhouden; afhouden

Palabras relacionadas con "weerhouden":

  • weerhoudenen