Neerlandés

Sinónimos detallados de weg en neerlandés

weg:

weg adv.

  1. weg
    ksst; weg; vort; heen
  2. weg
  3. weg
  4. weg
    – wat je niet meer kunt vinden 1
    weg
    – wat je niet meer kunt vinden 1
    • weg adv.
      • ik heb overal gezocht maar mijn pen is weg1
  5. weg
    – wat je niet meer kunt vinden 1
    verloren; vermist; zoek; kwijt
    weg
    – wat je niet meer kunt vinden 1
    • weg adv.
      • ik heb overal gezocht maar mijn pen is weg1

weg [de ~ (m)] sustantivo

  1. de weg
    – strook grond die geschikt is voor verkeer 1
    de straat
    – verharde weg tussen twee rijen huizen 1
    • straat [de ~] sustantivo
      • in welke straat woon jij?1
    de weg
    – strook grond die geschikt is voor verkeer 1
    • weg [de ~ (m)] sustantivo
      • die weg loopt van Amsterdam naar Amstelveen1
    de baan; de straatweg
  2. de weg
    – route die je moet volgen om er te komen 1
    het traject; de route; de afstand; de baan; de ronde; het baanvak; de etappe; het pad; de tournee
    de weg
    – route die je moet volgen om er te komen 1
    • weg [de ~ (m)] sustantivo
      • weet u de weg naar Zaandam?1

weg [de ~ (m)] sustantivo

  1. de weg
    – strook grond die geschikt is voor verkeer 1
    de weg
    – strook grond die geschikt is voor verkeer 1
    • weg [de ~ (m)] sustantivo
      • die weg loopt van Amsterdam naar Amstelveen1
  2. de weg
    – route die je moet volgen om er te komen 1
    de weg
    – route die je moet volgen om er te komen 1
    • weg [de ~ (m)] sustantivo
      • weet u de weg naar Zaandam?1

weg adj.

  1. weg
    – niet (meer) aanwezig 1
    weg; absent
    – niet (meer) aanwezig 1
    • weg adj.
      • de les is afgelopen en de leraar is al weg1
    • absent adj.
      • twee leerlingen waren vandaag absent1
  2. weg
    – wat je niet meer kunt vinden 1
    weg; kwijt
    – wat je niet meer kunt vinden 1
    • weg adj.
      • ik heb overal gezocht maar mijn pen is weg1
    • kwijt adj.
      • ik ben mijn portemonnee kwijt1
  3. weg
    – er verrukt van zijn, het prachtig vinden 1
    weg
    – er verrukt van zijn, het prachtig vinden 1
    • weg adj.
      • ik ben weg van die gebloemde gordijnen1

Palabras relacionadas con "weg":

  • weggen, wegen, wegs, wegje, wegjes

Sinónimos alternativos de "weg":


Antónimos de "weg":


Definiciones relacionadas de "weg":

  1. niet (meer) aanwezig1
    • de les is afgelopen en de leraar is al weg1
  2. wat je niet meer kunt vinden1
    • ik heb overal gezocht maar mijn pen is weg1
  3. er verrukt van zijn, het prachtig vinden1
    • ik ben weg van die gebloemde gordijnen1
  4. route die je moet volgen om er te komen1
    • weet u de weg naar Zaandam?1
  5. strook grond die geschikt is voor verkeer1
    • die weg loopt van Amsterdam naar Amstelveen1

Sinónimos relacionados de weg