Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. wetten:
  2. wet:


Neerlandés

Sinónimos detallados de wetten en neerlandés

wetten:

wetten [de ~] sustantivo, plural

  1. de wetten
    de wetten
    • wetten [de ~] sustantivo, plural

wetten verbo (wet, wette, wetten, gewet)

  1. wetten
    slijpen; wetten; aanzetten; scherpen
    • slijpen verbo (slijp, slijpt, slijpte, slijpten, geslepen)
    • wetten verbo (wet, wette, wetten, gewet)
    • aanzetten verbo (zet aan, zette aan, zetten aan, aangezet)
    • scherpen verbo (scherp, scherpt, scherpte, scherpten, gescherpt)

Conjugaciones de wetten:

o.t.t.
  1. wet
  2. wet
  3. wet
  4. wetten
  5. wetten
  6. wetten
o.v.t.
  1. wette
  2. wette
  3. wette
  4. wetten
  5. wetten
  6. wetten
v.t.t.
  1. heb gewet
  2. hebt gewet
  3. heeft gewet
  4. hebben gewet
  5. hebben gewet
  6. hebben gewet
v.v.t.
  1. had gewet
  2. had gewet
  3. had gewet
  4. hadden gewet
  5. hadden gewet
  6. hadden gewet
o.t.t.t.
  1. zal wetten
  2. zult wetten
  3. zal wetten
  4. zullen wetten
  5. zullen wetten
  6. zullen wetten
o.v.t.t.
  1. zou wetten
  2. zou wetten
  3. zou wetten
  4. zouden wetten
  5. zouden wetten
  6. zouden wetten
diversen
  1. wet!
  2. wet!
  3. gewet
  4. wettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "wetten":


wetten forma de wet:

wet [de ~] sustantivo

  1. de wet
    de wet; het voorschrift; de regel; de regeling; het reglement; de orde
  2. de wet
    de wet
    • wet [de ~] sustantivo
  3. de wet
    – regel van de overheid waar iedereen zich aan moet houden 1
    de wet
    – regel van de overheid waar iedereen zich aan moet houden 1
    • wet [de ~] sustantivo
      • iedereen moet de wet kennen1

Palabras relacionadas con "wet":


Definiciones relacionadas de "wet":

  1. regel van de overheid waar iedereen zich aan moet houden1
    • iedereen moet de wet kennen1