Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. winst:


Neerlandés

Sinónimos detallados de winst en neerlandés

winst:

winst [de ~ (v)] sustantivo

  1. de winst
    het profijt; de baat; de winst; het gewin
  2. de winst
    de winst
    • winst [de ~ (v)] sustantivo
  3. de winst
    – bedrag dat je overhoudt na aftrek van de kosten 1
    de winst
    – bedrag dat je overhoudt na aftrek van de kosten 1
    • winst [de ~ (v)] sustantivo
      • hoeveel winst heeft dit bedrijf gemaakt?1

Palabras relacionadas con "winst":

  • winsten

Definiciones relacionadas de "winst":

  1. bedrag dat je overhoudt na aftrek van de kosten1
    • hoeveel winst heeft dit bedrijf gemaakt?1

Sinónimos relacionados de winst