Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. waarborg:
  2. waarborgen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de waarborg de neerlandés a sueco

waarborg:

waarborg [de ~ (m)] sustantivo

  1. de waarborg (borg; garantie; cautie; )
    säkerhet; garanti; pant; borgen
  2. de waarborg (keur)
    garanti; säkerhetsbevis

Translation Matrix for waarborg:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
borgen borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom borgsom; onderpand; securiteit; waarborgsom
garanti borg; cautie; garantie; keur; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom garantie; garantiebewijs; gratis service; onderpanden; vrijwaring
pant borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom onderpanden
säkerhet borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom bescherming; beschutting; beveiliging; garantie; geborgenheid; gewisheid; onderpanden; protectie; realiteit; stelligheid; vastheid; vastigheid; veiligheid; vrijwaring; waardepapier; werkelijkheid; zekerheid; zekerheidstelling
säkerhetsbevis keur; waarborg

Palabras relacionadas con "waarborg":


Wiktionary: waarborg

waarborg
noun
  1. een geldbedrag of iets anders dat tijdelijk gegeven wordt als onderpand voor het geval men een verplichting niet na kan komen

waarborg forma de waarborgen:

waarborgen verbo (waarborg, waarborgt, waarborgde, waarborgden, gewaarborgd)

  1. waarborgen (garanderen; verzekeren; instaan voor; vast beloven)
    garantera
    • garantera verbo (garanterar, garanterade, garanterat)

Conjugaciones de waarborgen:

o.t.t.
  1. waarborg
  2. waarborgt
  3. waarborgt
  4. waarborgen
  5. waarborgen
  6. waarborgen
o.v.t.
  1. waarborgde
  2. waarborgde
  3. waarborgde
  4. waarborgden
  5. waarborgden
  6. waarborgden
v.t.t.
  1. heb gewaarborgd
  2. hebt gewaarborgd
  3. heeft gewaarborgd
  4. hebben gewaarborgd
  5. hebben gewaarborgd
  6. hebben gewaarborgd
v.v.t.
  1. had gewaarborgd
  2. had gewaarborgd
  3. had gewaarborgd
  4. hadden gewaarborgd
  5. hadden gewaarborgd
  6. hadden gewaarborgd
o.t.t.t.
  1. zal waarborgen
  2. zult waarborgen
  3. zal waarborgen
  4. zullen waarborgen
  5. zullen waarborgen
  6. zullen waarborgen
o.v.t.t.
  1. zou waarborgen
  2. zou waarborgen
  3. zou waarborgen
  4. zouden waarborgen
  5. zouden waarborgen
  6. zouden waarborgen
diversen
  1. waarborg!
  2. waarborgt!
  3. gewaarborgd
  4. waarborgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for waarborgen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
garantera garanderen; instaan voor; vast beloven; verzekeren; waarborgen vergewissen

Palabras relacionadas con "waarborgen":


Wiktionary: waarborgen


Cross Translation:
FromToVia
waarborgen garantera garantieren — etwas zusichern
waarborgen garantera; säkerställa gewährleistengarantieren, versichern, dass etwas sichergestellt ist
waarborgen beskydda; freda; skydda; värja; värna; lova; garantera; betrygga; försäkra assurerrendre stable.
waarborgen garantera cautionner — Se rendre caution pour quelqu’un.