Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. aankruisen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de aankruisen de neerlandés a sueco

aankruisen:

aankruisen verbo (kruis aan, kruist aan, kruiste aan, kruisten aan, aangekruist)

  1. aankruisen (merken)
    pricka av; markera
    • pricka av verbo (prickar av, prickade av, prickat av)
    • markera verbo (markerar, markerade, markerat)
  2. aankruisen (merken)
    markera med ett kors

Conjugaciones de aankruisen:

o.t.t.
  1. kruis aan
  2. kruist aan
  3. kruist aan
  4. kruisen aan
  5. kruisen aan
  6. kruisen aan
o.v.t.
  1. kruiste aan
  2. kruiste aan
  3. kruiste aan
  4. kruisten aan
  5. kruisten aan
  6. kruisten aan
v.t.t.
  1. heb aangekruist
  2. hebt aangekruist
  3. heeft aangekruist
  4. hebben aangekruist
  5. hebben aangekruist
  6. hebben aangekruist
v.v.t.
  1. had aangekruist
  2. had aangekruist
  3. had aangekruist
  4. hadden aangekruist
  5. hadden aangekruist
  6. hadden aangekruist
o.t.t.t.
  1. zal aankruisen
  2. zult aankruisen
  3. zal aankruisen
  4. zullen aankruisen
  5. zullen aankruisen
  6. zullen aankruisen
o.v.t.t.
  1. zou aankruisen
  2. zou aankruisen
  3. zou aankruisen
  4. zouden aankruisen
  5. zouden aankruisen
  6. zouden aankruisen
diversen
  1. kruis aan!
  2. kruist aan!
  3. aangekruist
  4. aankruisende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aankruisen [znw.] sustantivo

  1. aankruisen (afvinken; aanstrepen)
    tikka av

Translation Matrix for aankruisen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
tikka av aankruisen; aanstrepen; afvinken
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
markera aankruisen; merken aanstrepen; afbakenen; afpalen; afvinken; afzetten; begrenzen; keurmerken; markeren; omlijnen; selecteren; vinken
markera med ett kors aankruisen; merken
pricka av aankruisen; merken aanstrepen; afvinken; vinken

Wiktionary: aankruisen


Cross Translation:
FromToVia
aankruisen markera; bocka check — to mark with a checkmark