Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. betreuren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de betreuren de neerlandés a sueco

betreuren:

betreuren verbo (betreur, betreurt, betreurde, betreurden, betreurd)

  1. betreuren (jammer vinden)
    ångra
    • ångra verbo (ångrar, ångrade, ångrat)

Conjugaciones de betreuren:

o.t.t.
  1. betreur
  2. betreurt
  3. betreurt
  4. betreuren
  5. betreueren
  6. betreueren
o.v.t.
  1. betreurde
  2. betreurde
  3. betreurde
  4. betreurden
  5. betreurden
  6. betreurden
v.t.t.
  1. heb betreurd
  2. hebt betreurd
  3. heeft betreurd
  4. hebben betreurd
  5. hebben betreurd
  6. hebben betreurd
v.v.t.
  1. had betreurd
  2. had betreurd
  3. had betreurd
  4. hadden betreurd
  5. hadden betreurd
  6. hadden betreurd
o.t.t.t.
  1. zal betreuren
  2. zult betreuren
  3. zal betreuren
  4. zullen betreuren
  5. zullen betreuren
  6. zullen betreuren
o.v.t.t.
  1. zou betreuren
  2. zou betreuren
  3. zou betreuren
  4. zouden betreuren
  5. zouden betreuren
  6. zouden betreuren
diversen
  1. betreur!
  2. betreurt!
  3. betreurd
  4. betreurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for betreuren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ångra betreuren; jammer vinden; spijten ongedaan maken; terugdraaien
Not SpecifiedTraducciones relacionadasOther Translations
ångra terugdraaifase

Wiktionary: betreuren


Cross Translation:
FromToVia
betreuren beklaga; ångra regret — feel sorry about some past thing