Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. classificeren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de classificeren de neerlandés a sueco

classificeren:

classificeren verbo (clasificeer, clasificeert, clasificeerde, clasificeerden, geclassificeerd)

  1. classificeren (rangschikken)
    klassifiera; sortera; gruppera; ordna
    • klassifiera verbo (klassifierar, klassifierade, klassifierat)
    • sortera verbo (sorterar, sorterade, sorterat)
    • gruppera verbo (grupperar, grupperade, grupperat)
    • ordna verbo (ordnar, ordnade, ordnat)

Conjugaciones de classificeren:

o.t.t.
  1. clasificeer
  2. clasificeert
  3. clasificeert
  4. clasificeren
  5. clasificeren
  6. clasificeren
o.v.t.
  1. clasificeerde
  2. clasificeerde
  3. clasificeerde
  4. clasificeerden
  5. clasificeerden
  6. clasificeerden
v.t.t.
  1. heb geclassificeerd
  2. hebt geclassificeerd
  3. heeft geclassificeerd
  4. hebben geclassificeerd
  5. hebben geclassificeerd
  6. hebben geclassificeerd
v.v.t.
  1. had geclassificeerd
  2. had geclassificeerd
  3. had geclassificeerd
  4. hadden geclassificeerd
  5. hadden geclassificeerd
  6. hadden geclassificeerd
o.t.t.t.
  1. zal classificeren
  2. zult classificeren
  3. zal classificeren
  4. zullen classificeren
  5. zullen classificeren
  6. zullen classificeren
o.v.t.t.
  1. zou classificeren
  2. zou classificeren
  3. zou classificeren
  4. zouden classificeren
  5. zouden classificeren
  6. zouden classificeren
en verder
  1. ben geclassificeerd
  2. bent geclassificeerd
  3. is geclassificeerd
  4. zijn geclassificeerd
  5. zijn geclassificeerd
  6. zijn geclassificeerd
diversen
  1. clasificeer!
  2. clasificeert!
  3. geclassificeerd
  4. classifiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for classificeren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
gruppera classificeren; rangschikken arrangeren; groep; groeperen; indelen; ordenen; systematiseren
klassifiera classificeren; rangschikken
ordna classificeren; rangschikken afspreken; archiveren; arrangeren; bedisselen; bevelen; bewaren; dicteren; gebieden; gelasten; iets op touw zetten; iets regelen; in het gelid stellen; inrichten; installeren; op orde brengen; opbergen; opslaan; ordenen; rangeren; rangordenen; rangschikken; rechtmaken; regelen; reglementeren; scharen; schiften; schikken; sorteren; uitzoeken; voorschrijven
sortera classificeren; rangschikken ficheren; ordenen; rangeren; schiften; sorteren; uitzoeken; voorsorteren

Wiktionary: classificeren


Cross Translation:
FromToVia
classificeren klassificera classify — to identify or divide into classes