Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. dechargeren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de dechargeren de neerlandés a sueco

dechargeren:

dechargeren verbo (dechargeer, dechargeert, dechargeerde, dechargeerden, gedechargeerd)

  1. dechargeren (onschuldig verklaren; vrijspreken; zuiveren; vrijpleiten)

Conjugaciones de dechargeren:

o.t.t.
  1. dechargeer
  2. dechargeert
  3. dechargeert
  4. dechargeren
  5. dechargeren
  6. dechargeren
o.v.t.
  1. dechargeerde
  2. dechargeerde
  3. dechargeerde
  4. dechargeerden
  5. dechargeerden
  6. dechargeerden
v.t.t.
  1. heb gedechargeerd
  2. hebt gedechargeerd
  3. heeft gedechargeerd
  4. hebben gedechargeerd
  5. hebben gedechargeerd
  6. hebben gedechargeerd
v.v.t.
  1. had gedechargeerd
  2. had gedechargeerd
  3. had gedechargeerd
  4. hadden gedechargeerd
  5. hadden gedechargeerd
  6. hadden gedechargeerd
o.t.t.t.
  1. zal dechargeren
  2. zult dechargeren
  3. zal dechargeren
  4. zullen dechargeren
  5. zullen dechargeren
  6. zullen dechargeren
o.v.t.t.
  1. zou dechargeren
  2. zou dechargeren
  3. zou dechargeren
  4. zouden dechargeren
  5. zouden dechargeren
  6. zouden dechargeren
en verder
  1. ben gedechargeerd
  2. bent gedechargeerd
  3. is gedechargeerd
  4. zijn gedechargeerd
  5. zijn gedechargeerd
  6. zijn gedechargeerd
diversen
  1. dechargeer!
  2. dechargeert!
  3. gedechargeerd
  4. dechargerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for dechargeren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
förklarad oskylig dechargeren; onschuldig verklaren; vrijpleiten; vrijspreken; zuiveren