Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. ontduiken:


Neerlandés

Traducciones detalladas de ontduiken de neerlandés a sueco

ontduiken:

ontduiken verbo (ontduik, ontduikt, ontdook, ontdoken, ontdoken)

  1. ontduiken (vermijden; ontlopen; ontwijken)
    undvika
    • undvika verbo (undvikar, undvikade, undvikat)

Conjugaciones de ontduiken:

o.t.t.
  1. ontduik
  2. ontduikt
  3. ontduikt
  4. ontduiken
  5. ontduiken
  6. ontduiken
o.v.t.
  1. ontdook
  2. ontdook
  3. ontdook
  4. ontdoken
  5. ontdoken
  6. ontdoken
v.t.t.
  1. heb ontdoken
  2. hebt ontdoken
  3. heeft ontdoken
  4. hebben ontdoken
  5. hebben ontdoken
  6. hebben ontdoken
v.v.t.
  1. had ontdoken
  2. had ontdoken
  3. had ontdoken
  4. hadden ontdoken
  5. hadden ontdoken
  6. hadden ontdoken
o.t.t.t.
  1. zal ontduiken
  2. zult ontduiken
  3. zal ontduiken
  4. zullen ontduiken
  5. zullen ontduiken
  6. zullen ontduiken
o.v.t.t.
  1. zou ontduiken
  2. zou ontduiken
  3. zou ontduiken
  4. zouden ontduiken
  5. zouden ontduiken
  6. zouden ontduiken
en verder
  1. ben ontdoken
  2. bent ontdoken
  3. is ontdoken
  4. zijn ontdoken
  5. zijn ontdoken
  6. zijn ontdoken
diversen
  1. ontduik!
  2. ontduikt!
  3. ontdoken
  4. ontduikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ontduiken:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
undvika ontduiken; ontlopen; ontwijken; vermijden mijden; ontlopen; ontwijken; uit de weg gaan; uitwijken voor iets; vermijden