Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. smeer:
  2. smeren:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de smeer de neerlandés a sueco

smeer:

smeer [de ~ (m)] sustantivo

  1. de smeer (vet; reuzel; olie)
    tjockt; fett
  2. de smeer (smeersel; zalf; balsem; smeerseltje; smeerzalf)
    smörjelse; salva; ingnidningsmedel

Translation Matrix for smeer:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
fett olie; reuzel; smeer; vet huidvet; lardeerspek; liposoom; rundvet
ingnidningsmedel balsem; smeer; smeersel; smeerseltje; smeerzalf; zalf
salva balsem; smeer; smeersel; smeerseltje; smeerzalf; zalf salvovuur
smörjelse balsem; smeer; smeersel; smeerseltje; smeerzalf; zalf
tjockt olie; reuzel; smeer; vet
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
fett vetachtig; vethoudend; vetlijvig; vetrijk
tjockt corpulent; dik; fors; gezet; lijvig; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd; zwaarlijvig

Palabras relacionadas con "smeer":


Wiktionary: smeer


Cross Translation:
FromToVia
smeer ister; flott; fett grease — animal fat
smeer fett graisse — À trier

smeren:

smeren verbo (smeer, smeert, smeerde, smeerden, gesmeerd)

  1. smeren (invetten; oliën; inoliën)
    olja; smörja
    • olja verbo (oljar, oljade, oljat)
    • smörja verbo (smörjer, smorde, smort)
  2. smeren (vertrekken; weggaan; verwijderen; )
    åka iväg; resa iväg
    • åka iväg verbo (åker iväg, åkte iväg, åkt iväg)
    • resa iväg verbo (reser iväg, reste iväg, resat iväg)

Conjugaciones de smeren:

o.t.t.
  1. smeer
  2. smeert
  3. smeert
  4. smeren
  5. smeren
  6. smeren
o.v.t.
  1. smeerde
  2. smeerde
  3. smeerde
  4. smeerden
  5. smeerden
  6. smeerden
v.t.t.
  1. heb gesmeerd
  2. hebt gesmeerd
  3. heeft gesmeerd
  4. hebben gesmeerd
  5. hebben gesmeerd
  6. hebben gesmeerd
v.v.t.
  1. had gesmeerd
  2. had gesmeerd
  3. had gesmeerd
  4. hadden gesmeerd
  5. hadden gesmeerd
  6. hadden gesmeerd
o.t.t.t.
  1. zal smeren
  2. zult smeren
  3. zal smeren
  4. zullen smeren
  5. zullen smeren
  6. zullen smeren
o.v.t.t.
  1. zou smeren
  2. zou smeren
  3. zou smeren
  4. zouden smeren
  5. zouden smeren
  6. zouden smeren
en verder
  1. ben gesmeerd
  2. bent gesmeerd
  3. is gesmeerd
  4. zijn gesmeerd
  5. zijn gesmeerd
  6. zijn gesmeerd
diversen
  1. smeer!
  2. smeert!
  3. gesmeerd
  4. smerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for smeren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
smörja humbug; kul; larie; nonsens; onzin; zotteklap; zwijnerij
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
olja inoliën; invetten; oliën; smeren aardolie
resa iväg afreizen; opstappen; smeren; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken
smörja inoliën; invetten; oliën; smeren doorsmeren; zalven
åka iväg afreizen; opstappen; smeren; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken

Palabras relacionadas con "smeren":


Wiktionary: smeren


Cross Translation:
FromToVia
smeren smörja lubricate — to make slippery or smooth
smeren smörja; olja oil — lubricate with oil
smeren sprida; breda; bre spread — to smear, distribute in a thin layer
smeren bre; breda butternGastronomie: mit Butter bestreichen
smeren bestryka enduire — Traductions à trier suivant le sens
smeren förstora étendre — Traductions à trier suivant le sens