Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. verhandelen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de verhandelen de neerlandés a sueco

verhandelen:

verhandelen verbo (verhandel, verhandelt, verhandelde, verhandelden, verhandeld)

  1. verhandelen (verkopen)
    sälja
    • sälja verbo (säljer, sålde, sålt)

Conjugaciones de verhandelen:

o.t.t.
  1. verhandel
  2. verhandelt
  3. verhandelt
  4. verhandelen
  5. verhandelen
  6. verhandelen
o.v.t.
  1. verhandelde
  2. verhandelde
  3. verhandelde
  4. verhandelden
  5. verhandelden
  6. verhandelden
v.t.t.
  1. heb verhandeld
  2. hebt verhandeld
  3. heeft verhandeld
  4. hebben verhandeld
  5. hebben verhandeld
  6. hebben verhandeld
v.v.t.
  1. had verhandeld
  2. had verhandeld
  3. had verhandeld
  4. hadden verhandeld
  5. hadden verhandeld
  6. hadden verhandeld
o.t.t.t.
  1. zal verhandelen
  2. zult verhandelen
  3. zal verhandelen
  4. zullen verhandelen
  5. zullen verhandelen
  6. zullen verhandelen
o.v.t.t.
  1. zou verhandelen
  2. zou verhandelen
  3. zou verhandelen
  4. zouden verhandelen
  5. zouden verhandelen
  6. zouden verhandelen
diversen
  1. verhandel!
  2. verhandelt!
  3. verhandeld
  4. verhandelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verhandelen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
sälja verkopen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
sälja verhandelen; verkopen colporteren; iets verkopen; ontdoen; slijten; uitventen; van de hand doen; zich van iets ontdoen

Wiktionary: verhandelen


Cross Translation:
FromToVia
verhandelen sälja vendrealiéner une chose, transporter, céder à quelqu’un la propriété d’une chose pour un certain prix, contre une somme d'argent.

Traducciones relacionadas de verhandelen