Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. verschalken:


Neerlandés

Traducciones detalladas de verschalken de neerlandés a sueco

verschalken:

verschalken verbo (verschalk, verschalkt, verschalkte, verschalkten, verschalkt)

  1. verschalken (nuttigen)
    snabbt få ur händerna; snabbt klara av

Conjugaciones de verschalken:

o.t.t.
  1. verschalk
  2. verschalkt
  3. verschalkt
  4. verschalken
  5. verschalken
  6. verschalken
o.v.t.
  1. verschalkte
  2. verschalkte
  3. verschalkte
  4. verschalkten
  5. verschalkten
  6. verschalkten
v.t.t.
  1. heb verschalkt
  2. hebt verschalkt
  3. heeft verschalkt
  4. hebben verschalkt
  5. hebben verschalkt
  6. hebben verschalkt
v.v.t.
  1. had verschalkt
  2. had verschalkt
  3. had verschalkt
  4. hadden verschalkt
  5. hadden verschalkt
  6. hadden verschalkt
o.t.t.t.
  1. zal verschalken
  2. zult verschalken
  3. zal verschalken
  4. zullen verschalken
  5. zullen verschalken
  6. zullen verschalken
o.v.t.t.
  1. zou verschalken
  2. zou verschalken
  3. zou verschalken
  4. zouden verschalken
  5. zouden verschalken
  6. zouden verschalken
diversen
  1. verschalk!
  2. verschalkt!
  3. verschalkt
  4. verschalkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verschalken:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
snabbt få ur händerna nuttigen; verschalken
snabbt klara av nuttigen; verschalken