Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. zich afspelen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de zich afspelen de neerlandés a sueco

zich afspelen:

zich afspelen verbo

  1. zich afspelen (situeren; plaatsen)
    lägga; sätta; placera; ställa; anlägga
    • lägga verbo (lägger, lade, lagt)
    • sätta verbo (sätter, satte, satt)
    • placera verbo (placerar, placerade, placerat)
    • ställa verbo (ställer, ställde, ställt)
    • anlägga verbo (anlägger, anlade, anlagt)

Translation Matrix for zich afspelen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
anlägga plaatsen; situeren; zich afspelen omdoen
lägga plaatsen; situeren; zich afspelen bijzetten; deponeren; inklinken; leggen; neerzetten; plaatsen; zetten
placera plaatsen; situeren; zich afspelen bijzetten; deponeren; inklinken; koloniseren; leggen; neerleggen; neerzetten; plaatsen; settelen; vestigen; wegleggen; zetten
ställa plaatsen; situeren; zich afspelen bijzetten; deponeren; inklinken; leggen; neerzetten; op stal zetten; plaatsen; zetten
sätta plaatsen; situeren; zich afspelen bijzetten; inklinken; leggen; neerzetten; plaatsen; zetten

Traducciones relacionadas de zich afspelen