Interglot - emsig: resultados en alemán y neerlandés encontrados en el Diccionario de traducción Interglot

Eliminar anuncios

Resumen

Alemán a neerlandés: más información...

emsig:
- bezet; druk; drukbezet; actief; bedrijvig; bezig; geanimeerd; drukpratend; ijverig; vlijtig; naarstig; verwoed; onvermoeibaar; bedreven; noest; nijver
Wiktionary:
- emsig → naarstig, bezig
- emsig → druk, levendig, kras, kwiek, opgewekt, rap, tierig, vief, wakker, actief, bedrijvend, werkdadig, werkend, werkzaam, bedrijvig, ijverig, naarstig, nijver, vlijtig, effectief, werkelijk, daadwerkelijk, moeilijk, moeitevol, moeizaam, zuur, zwaar, arbeidzaam, drastisch

Alemán

Traducciones detalladas de emsig de alemán a neerlandés

emsig:

emsig adj.

emsig (geschäftig; lustig; gedrängt; heiter; geräuschvoll; lebendig; fleißig; gesellig; lebhaft; munter; eifrig; üppig; flott; vergnüglich; quick; fröhlich; existent; freudvoll; frisch; angeheitert; freudig)
bezet; druk; drukbezet
- bezet adj.
- druk adj.
- drukbezet adj.
emsig (geschäftig; beschäftigt; aktiv; fleißig; eifrig)
actief; bedrijvig; bezig; druk
- actief adj.
- bedrijvig adj.
- bezig adj.
- druk adj.
emsig (fröhlich; lebendig; lustig; ausgelassen; heiter; gesellig; keck; lebhaft; angeregt; vergnüglich; munter; eifrig; quick; wohlgemut)
geanimeerd; druk; drukpratend
- geanimeerd adj.
- druk adj.
- drukpratend adj.
emsig (fleißig)
ijverig; vlijtig
- ijverig adj.
- vlijtig adj.
emsig (fleißig; arbeitsam)
naarstig; verwoed
- naarstig adj.
- verwoed adj.
emsig (unermüdlich; rastlos; bewandert; eifrig)
onvermoeibaar; bedreven; noest
- onvermoeibaar adj.
- bedreven adj.
- noest adj.
emsig (fleißig; arbeitsam; betriebsam)
actief; bedrijvig; bezig; nijver
- actief adj.
- bedrijvig adj.
- bezig adj.
- nijver adj.

Translation Matrix for emsig:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
druk		Auflage; Auflegung; Druck; Finanzielle Last; Last; Pression; Spannung; Zwang
Adjective	Traducciones relacionadas	Other Translations
actief	aktiv; arbeitsam; beschäftigt; betriebsam; eifrig; emsig; fleißig; geschäftig	aktiv; berufstätig; beschäftigt; beweglich; fleißig; geschäftig; lebendig; lebhaft; munter; quick; strebsam; tätig; wirksam
bedreven	bewandert; eifrig; emsig; rastlos; unermüdlich	bewandert; erfahren; fachmännisch; geschult; geübt; kundig; sachverständig; tüchtig
bedrijvig	aktiv; arbeitsam; beschäftigt; betriebsam; eifrig; emsig; fleißig; geschäftig	berufstätig; beschäftigt; fleißig; geschäftig; strebsam; tätig; wirksam
bezet	angeheitert; eifrig; emsig; existent; fleißig; flott; freudig; freudvoll; frisch; fröhlich; gedrängt; geräuschvoll; geschäftig; gesellig; heiter; lebendig; lebhaft; lustig; munter; quick; vergnüglich; üppig	beschäftigt; besetzt; gebucht
bezig	aktiv; arbeitsam; beschäftigt; betriebsam; eifrig; emsig; fleißig; geschäftig	berufstätig; beschäftigt; fleißig; geschäftig; strebsam; tätig; wirksam
druk	aktiv; angeheitert; angeregt; ausgelassen; beschäftigt; eifrig; emsig; existent; fleißig; flott; freudig; freudvoll; frisch; fröhlich; gedrängt; geräuschvoll; geschäftig; gesellig; heiter; keck; lebendig; lebhaft; lustig; munter; quick; vergnüglich; wohlgemut; üppig
drukbezet	angeheitert; eifrig; emsig; existent; fleißig; flott; freudig; freudvoll; frisch; fröhlich; gedrängt; geräuschvoll; geschäftig; gesellig; heiter; lebendig; lebhaft; lustig; munter; quick; vergnüglich; üppig
geanimeerd	angeregt; ausgelassen; eifrig; emsig; fröhlich; gesellig; heiter; keck; lebendig; lebhaft; lustig; munter; quick; vergnüglich; wohlgemut	aufgeweckt; energisch; forsch; kraftvoll; kräftig; lebendig; lebhaft; munter; schlagfertig
ijverig	emsig; fleißig
naarstig	arbeitsam; emsig; fleißig
nijver	arbeitsam; betriebsam; emsig; fleißig
noest	bewandert; eifrig; emsig; rastlos; unermüdlich	arbeitsam; fleißig
onvermoeibaar	bewandert; eifrig; emsig; rastlos; unermüdlich	andauernd; anhaltend; fortwährend; konstant; kontinuierlich; ständig; unablässig; unermüdlich; ununterbrochen; unverdrossen
verwoed	arbeitsam; emsig; fleißig	heftig; hitzig; intens; leidenschaftlich; ungestüm
vlijtig	emsig; fleißig
Modifier	Traducciones relacionadas	Other Translations
drukpratend	angeregt; ausgelassen; eifrig; emsig; fröhlich; gesellig; heiter; keck; lebendig; lebhaft; lustig; munter; quick; vergnüglich; wohlgemut

Sinónimos de "emsig":

beflissen; eifrig; fleißig; geflissentlich; geschäftig; pflichteifrig
befleißigt; bemüht; besorgt; bestrebt; betriebsam; fleissig

Wiktionary: emsig

emsig

adjective

fleißig, eifrig
- emsig → naarstig; bezig

emsig

adjective

ijverig en vlug
- naarstig → eifrig; emsig; fleißig

Cross Translation:

From	To	Via
• emsig	→ druk; levendig; kras; kwiek; opgewekt; rap; tierig; vief; wakker; actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig	↔ actif — Qui agir ou qui a la vertu d’agir.
• emsig	→ actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig	↔ agissant — Qui agir, qui se donner beaucoup de mouvement.
• emsig	→ ijverig; naarstig; nijver; vlijtig	↔ assidu — propre\|fr (figuré) Qui fait preuve d’assiduité.
• emsig	→ actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig; effectief; werkelijk; daadwerkelijk	↔ effectif — Qui est réellement et de fait, qui produit un résultat réel.
• emsig	→ moeilijk; moeitevol; moeizaam; zuur; zwaar; arbeidzaam; ijverig; nijver; vlijtig; werkzaam; naarstig	↔ laborieux — Qui travaille beaucoup, qui aime le travail.
• emsig	→ actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig; drastisch	↔ énergique — Qui a de l’énergie.

Eliminar anuncios

Resultados de emsig en alemán y neerlandés

Traducciones detalladas de emsig de alemán a neerlandés

emsig:

emsig adj.

emsig (geschäftig; lustig; gedrängt; heiter; geräuschvoll; lebendig; fleißig; gesellig; lebhaft; munter; eifrig; üppig; flott; vergnüglich; quick; fröhlich; existent; freudvoll; frisch; angeheitert; freudig)

emsig (geschäftig; beschäftigt; aktiv; fleißig; eifrig)

emsig (fröhlich; lebendig; lustig; ausgelassen; heiter; gesellig; keck; lebhaft; angeregt; vergnüglich; munter; eifrig; quick; wohlgemut)

emsig (fleißig)

emsig (fleißig; arbeitsam)

emsig (unermüdlich; rastlos; bewandert; eifrig)

emsig (fleißig; arbeitsam; betriebsam)

Translation Matrix for emsig:

Sinónimos de "emsig":

Wiktionary: emsig