Inicio ->Diccionarios ->alemán/neerlandés ->Buscar: ausrechnen

Resultados de ausrechnen en alemán y neerlandés

Eliminar anuncios

Resumen

Alemán a neerlandés: más información...

ausrechnen:
- Wiktionary:
  ausrechnen → calculeren
  ausrechnen → uitwerken, berekenen
- Sinónimos de "ausrechnen":
  berechnen; ermitteln; kalkulieren

Alemán

Traducciones detalladas de ausrechnen de alemán a neerlandés

ausrechnen: ^{(*Aplicando el separador de palabras y frases)}

aus: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; gedaan; beëindigd; gepleegd; eruit
rechnen: rekenen
Rechnen: cijferen

ausrechnen:

Sinónimos de "ausrechnen":

berechnen; ermitteln; kalkulieren

Wiktionary: ausrechnen

ausrechnen

verb

rekenen
- calculeren → kalkulieren; berechnen; ausrechnen

Cross Translation:

From	To	Via
• ausrechnen	→ uitwerken; berekenen	↔ calculate — (transitive) to determine value

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios