Resumen
Alemán a neerlandés:   más información...
  1. die Oberhand haben:


Alemán

Traducciones detalladas de die Oberhand haben de alemán a neerlandés

die Oberhand haben:

die Oberhand haben verbo

  1. die Oberhand haben (herrschen; schalten; walten)
    heersen; de overhand hebben
    • heersen verbo (heers, heerst, heerste, heersten, geheerst)
    • de overhand hebben verbo (heb de overhand, hebt de overhand, heeft de overhand, had de overhand, hadden de overhand, de overhand gehad)

Translation Matrix for die Oberhand haben:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
de overhand hebben die Oberhand haben; herrschen; schalten; walten beherrschen; dominieren; herrschen; vorherrschen; überwiegen
heersen die Oberhand haben; herrschen; schalten; walten befehlen; beherrschen; die Grippe herscht; gebieten; herrschen; kommandieren; kontrollieren; lenken; regieren; sich verbreiten; steuern

Traducciones relacionadas de die Oberhand haben