Resumen


Alemán

Traducciones detalladas de knoten de alemán a neerlandés

knoten:

knoten verbo

  1. knoten (verknoten; verbinden; anknöpfen; festknöpfen; festknüpfen)
    verbinden; knopen; bevestigen; aan elkaar knopen
    • verbinden verbo (verbind, verbindt, verbond, verbonden, verbonden)
    • knopen verbo (knoop, knoopt, knoopte, knoopten, geknoopt)
    • bevestigen verbo (bevestig, bevestigt, bevestigde, bevestigden, bevestigd)
    • aan elkaar knopen verbo (knoop aan elkaar, knoopt aan elkaar, knoopte aan elkaar, knoopten aan elkaar, aan elkaar geknoopt)

Translation Matrix for knoten:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
knopen Knöpfe
verbinden verbinden
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
aan elkaar knopen anknöpfen; festknöpfen; festknüpfen; knoten; verbinden; verknoten anbinden; anknöpfen; befestigen; festknöpfen; festmachen; schnüren; verknoten; zusammenbinden
bevestigen anknöpfen; festknöpfen; festknüpfen; knoten; verbinden; verknoten anbinden; anheften; anketten; anlegen; befestigen; beglaubigen; beipflichten; bejahen; bekräftigen; besiegeln; bestätigen; dokumentieren; festbinden; festhaken; festhalten; festheften; festmachen; heften; klammern; verankern
knopen anknöpfen; festknöpfen; festknüpfen; knoten; verbinden; verknoten anbinden; anknöpfen; befestigen; den Mund verbieten; erpressen; festknöpfen; festmachen; knebeln; schnüren; verknoten; verknüpfen; zusammenbinden
verbinden anknöpfen; festknöpfen; festknüpfen; knoten; verbinden; verknoten anbinden; aneinanderkuppeln; aneinanderreihen; anketten; anlegen; befestigen; binden; dokumentieren; festbinden; festhalten; festmachen; fügen; heften; ketten; knüpfen; koppeln; kuppeln; schnüren; verankern; verbinden; vereinen; vereinigen; verketten; verknoten; verkuppeln; zusammenbinden; zusammenfügen; zusammenlegen

Sinónimos de "knoten":


Wiktionary: knoten

knoten
verb
  1. een vastzittende lus in een koord, draad of touw maken

Cross Translation:
FromToVia
knoten dichtknopen; aaneenknopen; knopen knot — form into a knot; tie with knot(s)
knoten knopen; aanknopen; aansluiten; binden; vastbinden; vastmaken; verbinden nouerlier au moyen d’un nœud, d'un lien.

Traducciones relacionadas de knoten