Resumen
Inglés a neerlandés: más información...
-
boundless:
-
Wiktionary:
boundless → grenzeloos, onbegrensd
boundless → grenzeloos, onbegrensd -
Sinónimos de "boundless":
unbounded; limitless; infinite
-
Wiktionary:
Inglés
Traducciones detalladas de boundless de inglés a neerlandés
boundless: (*Aplicando el separador de palabras y frases)
- bound: verplicht; vereist; obligaat; obligatoir; begrenzen; afgrenzen; van grenzen voorzien; onvrij; grens; gebonden
- less: minder; in mindere mate; beperkter; kleiner
- bind: binden; vastmaken; vastbinden; knevelen; bevestigen; verbinden; knopen; aan elkaar knopen; samenbinden; aaneenbinden; stoppen; dichten; dichtmaken; dichtstoppen; vastsjorren; vastknopen; aan elkaar binden; strikken; in de val laten lopen; samenschikken
boundless:
Translation Matrix for boundless:
Adjective | Traducciones relacionadas | Other Translations |
- | limitless; unbounded | |
Other | Traducciones relacionadas | Other Translations |
- | infinite |
Palabras relacionadas con "boundless":
Sinónimos de "boundless":
Definiciones relacionadas de "boundless":
Wiktionary: boundless
boundless
Cross Translation:
adjective
-
without bounds, unbounded
- boundless → grenzeloos; onbegrensd
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• boundless | → grenzeloos; onbegrensd | ↔ illimité — Qui n’a pas de limites. |