Resumen
Inglés a neerlandés:   más información...
  1. hostage:
  2. Wiktionary:


Inglés

Traducciones detalladas de hostage de inglés a neerlandés

hostage:

hostage [the ~] sustantivo

  1. the hostage (hijacking)
    de gijzeling; de lijfsdwang
  2. the hostage
    de gegijzelde

Translation Matrix for hostage:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
gegijzelde hostage
gijzeling hijacking; hostage hijacking; kidnapping; taking of hostages
lijfsdwang hijacking; hostage
- surety

Palabras relacionadas con "hostage":

  • hostages

Sinónimos de "hostage":


Definiciones relacionadas de "hostage":

  1. a prisoner who is held by one party to insure that another party will meet specified terms1

Wiktionary: hostage

hostage
noun
  1. person given as a pledge or security
hostage
noun
  1. borg, waarborg
  2. iemand die gevangen genomen is om iets af te dwingen
  3. een veelal onschuldig persoon die tegen de eigen wil door een gijzelnemer gevangen wordt gehouden en die bedreigd wordt met het doel iets van derden gedaan te krijgen

Cross Translation:
FromToVia
hostage gijzelaar; garant otagepersonne livrer ou prendre afin de garantir des accords entre ennemis.

Traducciones relacionadas de hostage