Español
Traducciones detalladas de reaparecer de español a neerlandés
reaparecer: (*Aplicando el separador de palabras y frases)
- área: terrein; erf; grondgebied; territorium; gebied; zestienmetergebied
- parecer: lijken; eruit zien; toeschijnen; ogen; er uitzien; schijnen; de schijn van iets hebben; mening; kijk; visie; opvatting; opinie; zienswijze; aanbieden; tonen; laten zien; presenteren; voorleggen; offreren; oordeel; meningsuiting; overeenkomen; overeenstemmen; corresponderen; stroken; dunken; idee; gedachte; overtuiging; denkbeeld; gezindheid; mentale voorstelling; vaststaande mening
Wiktionary: reaparecer
reaparecer
verb
-
opnieuw naar een plaats komen waar men eerder geweest is