Español

Traducciones detalladas de intervenir en de español a neerlandés

intervenir en:

intervenir en verbo

  1. intervenir en (entremeterse; mezclarse; meterse con; meterse en; tomar cartas en)
    bemoeien; mengen; inmengen
    • bemoeien verbo (bemoei, bemoeit, bemoeide, bemoeiden, bemoeid)
    • mengen verbo (meng, mengt, mengde, mengden, gemengd)
    • inmengen verbo (meng in, mengt in, mengde in, mengden in, ingemengd)
  2. intervenir en (participar en el juego; tomar parte en; participar; concurrir; incorporarse)
    meedoen; meespelen
    • meedoen verbo (doe mee, doet mee, deed mee, deden mee, meegedaan)
    • meespelen verbo (speel mee, speelt mee, speelde mee, speelden mee, meegespeeld)
  3. intervenir en (intervenir)
    interfereren; interveniëren; tussenkomen; ingrijpen; interrumperen; bemiddelen; tussenbeide komen
    • interfereren verbo (interfereer, interfereert, interfereerde, interfereerden, geïnterfereerd)
    • interveniëren verbo (interveniëer, interveniëert, interveniëerde, interveniëerden, geïnterveniëerd)
    • tussenkomen verbo (kom tussen, komt tussen, kwam tussen, kwamen tussen, tussengekomen)
    • ingrijpen verbo (grijp in, grijpt in, greep in, grepen in, ingegrepen)
    • interrumperen verbo (interrumpeer, interrumpeert, interrumpeerde, interrumpeerden, geïnterrumpeerd)
    • bemiddelen verbo (bemiddel, bemiddelt, bemiddelde, bemiddelden, bemiddeld)
    • tussenbeide komen verbo (kom tussenbeide, komt tussenbeide, kwam tussenbeide, kwamen tussenbeide, tussenbeide gekomen)

Conjugaciones de intervenir en:

presente
  1. intervengo en
  2. intervienes en
  3. interviene en
  4. intervenimos en
  5. intervenís en
  6. intervienen en
imperfecto
  1. intervenía en
  2. intervenías en
  3. intervenía en
  4. interveníamos en
  5. interveníais en
  6. intervenían en
indefinido
  1. intervine en
  2. interviniste en
  3. intervino en
  4. intervinimos en
  5. intervinisteis en
  6. intervinieron en
fut. de ind.
  1. intervendré en
  2. intervendrás en
  3. intervendrá en
  4. intervendremos en
  5. intervendréis en
  6. intervendrán en
condic.
  1. intervendría en
  2. intervendrías en
  3. intervendría en
  4. intervendríamos en
  5. intervendríais en
  6. intervendrían en
pres. de subj.
  1. que intervenga en
  2. que intervengas en
  3. que intervenga en
  4. que intervengamos en
  5. que intervengáis en
  6. que intervengan en
imp. de subj.
  1. que interviniera en
  2. que intervinieras en
  3. que interviniera en
  4. que interviniéramos en
  5. que intervinierais en
  6. que intervinieran en
miscelánea
  1. ¡interven! en
  2. ¡intervenid! en
  3. ¡no intervengas! en
  4. ¡no intervengáis! en
  5. intervenido en
  6. interviniendo en
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Translation Matrix for intervenir en:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
mengen derretimiento; fusión; mezclar; mixtura
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bemiddelen intervenir; intervenir en intervenir; mediar; negociar
bemoeien entremeterse; intervenir en; meterse con; meterse en; mezclarse; tomar cartas en
ingrijpen intervenir; intervenir en servirse; servirse a sí mismo
inmengen entremeterse; intervenir en; meterse con; meterse en; mezclarse; tomar cartas en
interfereren intervenir; intervenir en
interrumperen intervenir; intervenir en interrumpir
interveniëren intervenir; intervenir en
meedoen concurrir; incorporarse; intervenir en; participar; participar en el juego; tomar parte en formar parte de; participar; tomar parte en
meespelen concurrir; incorporarse; intervenir en; participar; participar en el juego; tomar parte en
mengen entremeterse; intervenir en; meterse con; meterse en; mezclarse; tomar cartas en mezclar; mezclarse
tussenbeide komen intervenir; intervenir en
tussenkomen intervenir; intervenir en intervenir; mediar; negociar

Traducciones relacionadas de intervenir en