Español

Traducciones detalladas de pulverizar de español a neerlandés

pulverizar:

pulverizar verbo

  1. pulverizar (pulverizarse)
    vernevelen; verstuiven
  2. pulverizar
    fijn maken
    • fijn maken verbo (maak fijn, maakt fijn, maakte fijn, maakten fijn, fijn gemaakt)
  3. pulverizar (pulverizarse; hacer polvo de una cosa)
    verpulveren; tot poeder maken
    • verpulveren verbo (verpulver, verpulvert, verpulverde, verpulverden, verpulverd)
    • tot poeder maken verbo (maak tot poeder, maakt tot poeder, maakte tot poeder, maakten tot poeder, tot poeder gemaakt)
  4. pulverizar (moler)
    malen; vermalen; fijnmalen
    • malen verbo (maal, maalt, maalde, maalden, gemalen)
    • vermalen verbo (vermaal, vermaalt, vermaalde, vermaalden, vermalen)
    • fijnmalen verbo
  5. pulverizar (aplastar; hacer polvo)
    fijn drukken
    • fijn drukken verbo (druk fijn, drukt fijn, drukte fijn, drukten fijn, fijn gedrukt)
  6. pulverizar (triturar; estropear; destruir; )
    verbrijzelen; verpletteren; platdrukken; vermorzelen; fijnmaken; vergruizen
    • verbrijzelen verbo (verbrijzel, verbrijzelt, verbrijzelde, verbrijzelden, verbrijzeld)
    • verpletteren verbo (verpletter, verplettert, verpletterde, verpletterden, verpletterd)
    • platdrukken verbo (druk plat, drukt plat, drukte plat, drukten plat, plat gedrukt)
    • vermorzelen verbo (vermorzel, vermorzelt, vermorzelde, vermorzelden, vermorzeld)
    • fijnmaken verbo
    • vergruizen verbo (vergruis, vergruist, vergruisde, vergruisden, vergruisd)
  7. pulverizar (aplastar; anonadar; hacer polvo)
    kapotdrukken
    • kapotdrukken verbo (druk kapot, drukt kapot, drukte kapot, drukten kapot, kapot gedrukt)

Conjugaciones de pulverizar:

presente
  1. pulverizo
  2. pulverizas
  3. pulveriza
  4. pulverizamos
  5. pulverizáis
  6. pulverizan
imperfecto
  1. pulverizaba
  2. pulverizabas
  3. pulverizaba
  4. pulverizábamos
  5. pulverizabais
  6. pulverizaban
indefinido
  1. pulvericé
  2. pulverizaste
  3. pulverizó
  4. pulverizamos
  5. pulverizasteis
  6. pulverizaron
fut. de ind.
  1. pulverizaré
  2. pulverizarás
  3. pulverizará
  4. pulverizaremos
  5. pulverizaréis
  6. pulverizarán
condic.
  1. pulverizaría
  2. pulverizarías
  3. pulverizaría
  4. pulverizaríamos
  5. pulverizaríais
  6. pulverizarían
pres. de subj.
  1. que pulverice
  2. que pulverices
  3. que pulverice
  4. que pulvericemos
  5. que pulvericéis
  6. que pulvericen
imp. de subj.
  1. que pulverizara
  2. que pulverizaras
  3. que pulverizara
  4. que pulverizáramos
  5. que pulverizarais
  6. que pulverizaran
miscelánea
  1. ¡pulveriza!
  2. ¡pulverizad!
  3. ¡no pulverices!
  4. ¡no pulvericéis!
  5. pulverizado
  6. pulverizando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Translation Matrix for pulverizar:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
vermalen molir
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
fijn drukken aplastar; hacer polvo; pulverizar
fijn maken pulverizar
fijnmaken anonadar; aplastar; aplastarse; destrozar; destruir; estropear; estrujar; exprimir; hacer pedazos; hacer polvo; machacar; pulverizar; romper; triturar
fijnmalen moler; pulverizar
kapotdrukken anonadar; aplastar; hacer polvo; pulverizar
malen moler; pulverizar
platdrukken anonadar; aplastar; aplastarse; destrozar; destruir; estropear; estrujar; exprimir; hacer pedazos; hacer polvo; machacar; pulverizar; romper; triturar aplanar
tot poeder maken hacer polvo de una cosa; pulverizar; pulverizarse
verbrijzelen anonadar; aplastar; aplastarse; destrozar; destruir; estropear; estrujar; exprimir; hacer pedazos; hacer polvo; machacar; pulverizar; romper; triturar disociar; hacer pedazos; interrumpir; quebrar; romper; separar
vergruizen anonadar; aplastar; aplastarse; destrozar; destruir; estropear; estrujar; exprimir; hacer pedazos; hacer polvo; machacar; pulverizar; romper; triturar
vermalen moler; pulverizar
vermorzelen anonadar; aplastar; aplastarse; destrozar; destruir; estropear; estrujar; exprimir; hacer pedazos; hacer polvo; machacar; pulverizar; romper; triturar
vernevelen pulverizar; pulverizarse
verpletteren anonadar; aplastar; aplastarse; destrozar; destruir; estropear; estrujar; exprimir; hacer pedazos; hacer polvo; machacar; pulverizar; romper; triturar
verpulveren hacer polvo de una cosa; pulverizar; pulverizarse
verstuiven pulverizar; pulverizarse

Sinónimos de "pulverizar":


Wiktionary: pulverizar

pulverizar
verb
  1. (overgankelijk) tot kleine deeltjes terugbrengen (tot poeder wrijven of stampen), verpulveren
  2. in fijne nevel omzetten

Cross Translation:
FromToVia
pulverizar fijnmalen; malen powder — to reduce to fine particles
pulverizar verpulveren pulvériserréduire en poudre, en gouttelettes.

Traducciones relacionadas de pulverizar