Francés

Traducciones detalladas de se marier de francés a neerlandés

marier:

marier verbo (marie, maries, marions, mariez, )

  1. marier (se marier; épouser)
    trouwen; in het huwelijk treden; zich in de echt verbinden; huwen
  2. marier (donner en mariage; donner)
    uithuwelijken; wegschenken; ten huwelijk geven; uithuwen
    • uithuwelijken verbo (huwelijk uit, huwelijkt uit, huwelijkte uit, huwelijkten uit, uitgehuwelijkt)
    • wegschenken verbo (schenk weg, schenkt weg, schonk weg, schonken weg, weggeschonken)
    • ten huwelijk geven verbo (geef ten huwelijk, geeft ten huwelijk, gaf ten huwelijk, gaven ten huwelijk, ten huwelijk gegeven)
    • uithuwen verbo (huw uit, huwt uit, huwde uit, huwden uit, uitgehuwd)

Conjugaciones de marier:

Présent
  1. marie
  2. maries
  3. marie
  4. marions
  5. mariez
  6. marient
imparfait
  1. mariais
  2. mariais
  3. mariait
  4. mariions
  5. mariiez
  6. mariaient
passé simple
  1. mariai
  2. marias
  3. maria
  4. mariâmes
  5. mariâtes
  6. marièrent
futur simple
  1. marierai
  2. marieras
  3. mariera
  4. marierons
  5. marierez
  6. marieront
subjonctif présent
  1. que je marie
  2. que tu maries
  3. qu'il marie
  4. que nous mariions
  5. que vous mariiez
  6. qu'ils marient
conditionnel présent
  1. marierais
  2. marierais
  3. marierait
  4. marierions
  5. marieriez
  6. marieraient
passé composé
  1. ai marié
  2. as marié
  3. a marié
  4. avons marié
  5. avez marié
  6. ont marié
divers
  1. marie!
  2. mariez!
  3. marions!
  4. marié
  5. mariant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Translation Matrix for marier:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
huwen marier; se marier; épouser
in het huwelijk treden marier; se marier; épouser
ten huwelijk geven donner; donner en mariage; marier
trouwen marier; se marier; épouser
uithuwelijken donner; donner en mariage; marier
uithuwen donner; donner en mariage; marier
wegschenken donner; donner en mariage; marier donner; faire cadeau de
zich in de echt verbinden marier; se marier; épouser

Sinónimos de "marier":


Wiktionary: marier

marier
verb
  1. Unir un homme et une femme (sens général)

Cross Translation:
FromToVia
marier trouwen marry — to take a husband or wife
marier trouwen; huwen; in de echt verbinden marry — to unite in wedlock

se marier:

se marier verbo

  1. se marier (marier; épouser)
    trouwen; in het huwelijk treden; zich in de echt verbinden; huwen

Translation Matrix for se marier:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
huwen marier; se marier; épouser
in het huwelijk treden marier; se marier; épouser
trouwen marier; se marier; épouser
zich in de echt verbinden marier; se marier; épouser

Wiktionary: se marier

se marier
verb
  1. het aangaan van een officiële verplichting tussen twee personen om voor elkaar te zorgen

Cross Translation:
FromToVia
se marier trouwen marry — to take a husband or wife
se marier huwen; trouwen; zich in de echt verbinden marry — to be joined in marriage

Traducciones relacionadas de se marier