Francés
Traducciones detalladas de faire preuve de francés a neerlandés
faire preuve: (*Aplicando el separador de palabras y frases)
- faire: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; maken; scheppen; in het leven roepen; beginnen; starten; aanvangen; van start gaan; veroorzaken; aandoen; aanrichten; aanstichten; uitoefenen; beoefenen; plegen; berokkenen; afronden; beëindigen; afwerken; afmaken; klaarmaken; voltooien; volbrengen; completeren; volmaken; afkrijgen; een einde maken aan; klaarkrijgen; praktiseren; sport uitoefenen; voor elkaar krijgen; tot stand brengen
- à faire: haalbaar; te doen; realiseerbaar; verwezenlijkbaar; bereikbaar; toegankelijk; begaanbaar; taak
- preuve: bewijs; bewijsstuk; teken; blijk; bewijsmiddel; bewijsmateriaal; beweringsgrond
- épreuve: toets; computertoets; scriptie; eindscriptie; beproeving; proefdruk; ernstige toetsing; drukproef; boetedoening; boetstraf; opgave; leeroefening; werkstuk; verhandeling