Resumen
Francés a neerlandés: más información...
-
pister:
La palabra pister existe en nuestra base de datos, pero actualmente no disponemos de traducción de French a Dutch.-
Sinónimos de "pister":
épier; espionner; guetter; surveiller; filer; suivre; accompagner; escorter; convoyer; poursuivre; pourchasser; talonner; traquer
-
Sinónimos de "pister":
Francés
Traducciones detalladas de pister de francés a neerlandés
pister: (*Aplicando el separador de palabras y frases)
- pis: slechter; erger
- ter: driemaal
- ôter: uitlichten; nemen uit; uittrekken; uitdoen; uitkleden; ontkleden; afnemen; stelen; wegnemen; plunderen; ontnemen; pikken; kapen; vervreemden; toeëigenen; verduisteren; uitnemen; jatten; inpikken; roven; ontfutselen; ontvreemden; wegkapen; benemen; verdonkeren; gappen; snaaien; wegpakken; verdonkeremanen; achteroverdrukken; wegpikken; leegstelen; eruit nemen
Sugerencias ortográficas de: pister
pister:
Sinónimos de "pister":
Traducciones automáticas externas:
Neerlandés
Traducciones detalladas de pister de neerlandés a francés
pister: (*Aplicando el separador de palabras y frases)
- pis: pisse; urine
- ter: sur; par; pour; à; près de; via; d'après; autour de; en passant par; aux environs de; dans les environs de
Sugerencias ortográficas de: pister
Traducciones automáticas externas: