Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. overstag gaan:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de overstag gaan de neerlandés a alemán

overstag gaan:

overstag gaan verbo (ga overstag, gaat overstag, ging overstag, gingen overstag, overstag gegaan)

  1. overstag gaan
    reihen; drehen; wenden; lenken; kehren; schnüren; seineMeinungändern; über Stag gehen
    • reihen verbo (reihe, reihst, reiht, reihte, reihtet, gereiht)
    • drehen verbo (drehe, drehst, dreht, drehte, drehtet, gedreht)
    • wenden verbo (wende, wendest, wendet, wendete, wendetet, gewendet)
    • lenken verbo (lenke, lenkst, lenkt, lenkte, lenktet, gelenkt)
    • kehren verbo (kehre, kehrst, kehrt, kehrte, kehrtet, gekehrt)
    • schnüren verbo (schnüre, schnürst, schnürt, schnürte, schnürtet, geschnürt)
    • seineMeinungändern verbo (ändere meine Meinung, änderst deine Meinung, ändert seine Meinung, änderte seine Meinung, ändertet euere Meinung, geändert)
    • über Stag gehen verbo (gehe über Stag, gehst über Stag, geht über Stag, ging über Stag, ginget über Stag, über Stag gegangen)

Conjugaciones de overstag gaan:

o.t.t.
  1. ga overstag
  2. gaat overstag
  3. gaat overstag
  4. gaan overstag
  5. gaan overstag
  6. gaan overstag
o.v.t.
  1. ging overstag
  2. ging overstag
  3. ging overstag
  4. gingen overstag
  5. gingen overstag
  6. gingen overstag
v.t.t.
  1. ben overstag gegaan
  2. bent overstag gegaan
  3. is overstag gegaan
  4. zijn overstag gegaan
  5. zijn overstag gegaan
  6. zijn overstag gegaan
v.v.t.
  1. was overstag gegaan
  2. was overstag gegaan
  3. was overstag gegaan
  4. waren overstag gegaan
  5. waren overstag gegaan
  6. waren overstag gegaan
o.t.t.t.
  1. zal overstag gaan
  2. zult overstag gaan
  3. zal overstag gaan
  4. zullen overstag gaan
  5. zullen overstag gaan
  6. zullen overstag gaan
o.v.t.t.
  1. zou overstag gaan
  2. zou overstag gaan
  3. zou overstag gaan
  4. zouden overstag gaan
  5. zouden overstag gaan
  6. zouden overstag gaan
diversen
  1. ga overstag!
  2. gaat overstag!
  3. overstag gegaan
  4. overstag gaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for overstag gaan:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
drehen overstag gaan draaien; filmen; kantelen; keren; kolken; met iemand worstelen; omdraaien; rollen; ronddraaien; roteren; wenden; wentelen; worstelen
kehren overstag gaan dateren; draaien; kantelen; keren; omdraaien; omkeren; rollen; ronddraaien; roteren; teruggaan; teruggrijpen; wederkeren; weerkeren; wenden; wentelen; zwenken
lenken overstag gaan aan het stuur zitten; aanvoeren; begeleiden; bevel voeren over; commanderen; coördineren; een paard mennen; gezaghebben; heersen; karren; leiden; leidinggeven; macht uitoefenen; meevoeren; mennen; navigeren; overheersen; regeren; rijden; sturen; verwijzen; vliegtuig besturen; voeren; zenden
reihen overstag gaan
schnüren overstag gaan aan elkaar binden; aan elkaar knopen; aaneenbinden; dichtrijgen; dichtsnoeren; in de val laten lopen; knellen; knopen; rijgen; samenbinden; samenknopen; snoeren; strak zitten; strikken; toesnoeren; vastbinden; vastknopen; vastsjorren; verbinden
seineMeinungändern overstag gaan
wenden overstag gaan draaien; keren; omdraaien; wenden; zwenken
über Stag gehen overstag gaan

Wiktionary: overstag gaan


Cross Translation:
FromToVia
overstag gaan wenden tack — nautical: to turn the bow through the wind

Traducciones relacionadas de overstag gaan