Neerlandés

Traducciones detalladas de begroten de neerlandés a alemán

begroten:

begroten verbo (begroot, begrootte, begrootten, begroot)

  1. begroten (berekenen)
    kalkulieren; veranschlagen
    • kalkulieren verbo (kalkuliere, kalkulierst, kalkuliert, kalkulierte, kalkuliertet, kalkuliert)
    • veranschlagen verbo (veranschlage, veranschlägst, veränschagt, veranschlug, veranschlugt, verangeschlagen)
  2. begroten (ramen; schatten)
    veranschlagen; berechnen; kalkulieren; taxieren
    • veranschlagen verbo (veranschlage, veranschlägst, veränschagt, veranschlug, veranschlugt, verangeschlagen)
    • berechnen verbo (berechne, berechnest, berechnet, berechnete, berechnetet, berechnet)
    • kalkulieren verbo (kalkuliere, kalkulierst, kalkuliert, kalkulierte, kalkuliertet, kalkuliert)
    • taxieren verbo (taxiere, taxierst, taxiert, taxierte, taxiertet, taxiert)

Conjugaciones de begroten:

o.t.t.
  1. begroot
  2. begroot
  3. begroot
  4. begroten
  5. begroten
  6. begroten
o.v.t.
  1. begrootte
  2. begrootte
  3. begrootte
  4. begrootten
  5. begrootten
  6. begrootten
v.t.t.
  1. heb begroot
  2. hebt begroot
  3. heeft begroot
  4. hebben begroot
  5. hebben begroot
  6. hebben begroot
v.v.t.
  1. had begroot
  2. had begroot
  3. had begroot
  4. hadden begroot
  5. hadden begroot
  6. hadden begroot
o.t.t.t.
  1. zal begroten
  2. zult begroten
  3. zal begroten
  4. zullen begroten
  5. zullen begroten
  6. zullen begroten
o.v.t.t.
  1. zou begroten
  2. zou begroten
  3. zou begroten
  4. zouden begroten
  5. zouden begroten
  6. zouden begroten
diversen
  1. begroot!
  2. begroot!
  3. begroot
  4. begrotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for begroten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
berechnen begroten; ramen; schatten becijferen; berekenen; calculeren; ramen; schatten; uitrekenen; uitwerken
kalkulieren begroten; berekenen; ramen; schatten becijferen; berekenen; calculeren; incalculeren; rekening houden met; uitrekenen; uitwerken
taxieren begroten; ramen; schatten aanslaan; adviseren; afwegen; bepalen; beramen; iets aanraden; ingeven; inschatten; overdenken; overwegen; raden; ramen; schatten; suggereren; taxeren
veranschlagen begroten; berekenen; ramen; schatten aanslaan; adviseren; afwegen; becijferen; berekenen; calculeren; iets aanraden; ingeven; overdenken; overwegen; raden; suggereren; taxeren; uitrekenen; uitwerken

Wiktionary: begroten

begroten
verb
  1. etwas hinsichtlich seiner Funktionstüchtigkeit oder seines Wertes einschätzen
  2. den Wert einer Größe im Voraus abschätzen

Cross Translation:
FromToVia
begroten schätzen; abschätzen; achten; mögen; wertschätzen; würdigen; einschätzen; hochschätzen; hochachten; ehren apprécier — Estimer, évaluer (quelque chose), en fixer la valeur, le prix. (Sens général).
begroten abschätzen; bewerten; schätzen; einschätzen taxer — (vieilli) régler, fixer le prix des denrées, des marchandises, de quelque autre chose que ce soit.
begroten abschätzen; bewerten; schätzen; einschätzen évaluerestimer une chose quant à son prix, à sa valeur, à sa quantité, à sa durée.