Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. binnenhalen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de binnenhalen de neerlandés a alemán

binnenhalen:

binnenhalen verbo (haal binnen, haalt binnen, haalde binnen, haalden binnen, binnengehaald)

  1. binnenhalen (binnenbrengen)
    gewinnen; einholen; erzielen
    • gewinnen verbo (gewinne, gewinnst, gewinnt, gewann, gewannt, gewonnen)
    • einholen verbo (hole ein, holst ein, holt ein, holte ein, holtet ein, eingeholt)
    • erzielen verbo (erziele, erzielst, erzielt, erzielte, erzieltet, erzielt)
  2. binnenhalen (onthalen; ontvangen; vergasten)
    empfangen; einladen; bewirten
    • empfangen verbo (empfange, empfängst, empfängt, empfing, empfingt, empfangen)
    • einladen verbo (lade ein, lädst ein, lädt ein, lud ein, ludet ein, eingeladen)
    • bewirten verbo (bewirte, bewirtest, bewirtet, bewirtete, bewirtetet, bewirtet)

Conjugaciones de binnenhalen:

o.t.t.
  1. haal binnen
  2. haalt binnen
  3. haalt binnen
  4. halen binnen
  5. halen binnen
  6. halen binnen
o.v.t.
  1. haalde binnen
  2. haalde binnen
  3. haalde binnen
  4. haalden binnen
  5. haalden binnen
  6. haalden binnen
v.t.t.
  1. heb binnengehaald
  2. hebt binnengehaald
  3. heeft binnengehaald
  4. hebben binnengehaald
  5. hebben binnengehaald
  6. hebben binnengehaald
v.v.t.
  1. had binnengehaald
  2. had binnengehaald
  3. had binnengehaald
  4. hadden binnengehaald
  5. hadden binnengehaald
  6. hadden binnengehaald
o.t.t.t.
  1. zal binnenhalen
  2. zult binnenhalen
  3. zal binnenhalen
  4. zullen binnenhalen
  5. zullen binnenhalen
  6. zullen binnenhalen
o.v.t.t.
  1. zou binnenhalen
  2. zou binnenhalen
  3. zou binnenhalen
  4. zouden binnenhalen
  5. zouden binnenhalen
  6. zouden binnenhalen
en verder
  1. ben binnengehaald
  2. bent binnengehaald
  3. is binnengehaald
  4. zijn binnengehaald
  5. zijn binnengehaald
  6. zijn binnengehaald
diversen
  1. haal binnen!
  2. haalt binnen!
  3. binnengehaald
  4. binnenhalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for binnenhalen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bewirten binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten feestelijk onthalen; fuiven; fêteren
einholen binnenbrengen; binnenhalen binnenvallen; gelijkkomen; inhalen; inlopen; inwinnen; naar binnen halen; onverwachts langskomen; oogsten; plukken; trachten te krijgen; verzamelen
einladen binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten beladen; bevrachten; engageren; inladen; inviteren; laden; noden; opladen elektriciteit; opnieuw laden; uitnodigen
empfangen binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten aannemen; aanvaarden; accepteren; in ontvangst nemen; krijgen; ontvangen; opstrijken; verkrijgen; verwerven
erzielen binnenbrengen; binnenhalen behalen; bereiken; doordringen; penetreren in; verkrijgen; winnen
gewinnen binnenbrengen; binnenhalen behalen; de overwinning behalen; gewinnen; iets bemachtigen; opbrengen; opleveren; te pakken krijgen; verkrijgen; winnen; zegevieren

Wiktionary: binnenhalen


Cross Translation:
FromToVia
binnenhalen downloaden; herunterladen download — to transfer data from a remote computer to a local one
binnenhalen ernten harvest — to bring in a harvest; reap
binnenhalen erringen; davontragen; erzielen remporter — Gagner, obtenir